Verg. 5 Februari 1937. 22. zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders. Over bijbouwen en bouwen wordt niet gerept, zoodat de toestemming daarvoor behoort bij den Raad. Wanneer indertijd het ontwerp-huurcontract beter bestudeerd was geworden door den Raad - het werd slechts door den Secretaris voorgelezen - dan zou dit zeker duidelijker geredigeerd zijn. Waar de Raad heeft besloten Bouvigne te koopen om het bijbouwen te beletten, zal ooit deze Raad zich daaraan hebben te houden. De VOORZITTER zegt, dat het bouwen dezer school een consequentie is van hetgeen de Raad indertijd heeft aanvaard n.l. het geven van huis- houdonderwijs op Bouvigne. Dit onderwijs eischt uitbreiding van localiteit. Overigens schijnt het bijbouwen dezer huishoudschool ook aesthetisch geen bezwaar te ontmoeten. Het wordt gebouwd on der leiding van een eerste klas architect, ter wijl het geheel is gesanctionneerd door Rijks monumentenzorg. Verder is spreker van meening, dat we het allemaal min of meer jammer vinden, dat "Bouvigne" niet is gebleven zonder eenigen bijbouw. mttijiï ïüïoqv v j rrs n De heer FOEKEN zegt gehoord te hebben, dat de Voorzitter doelt op het onderwijs, dat daar gege ven wordt. Spreker wil het onderwijs er liever buiten laten. Hij heeft veel respect voor het cultureele van het werk op Bouvigne, doch spre ker meent, dat het hier gaat om het behoud van aesthetische waarde, het natuurschoon rondom Bouvigne". Het eenige wat bij den Raad voorzat, toen Bouvmgne werd gekocht, was het behoud van het natuurschoon daar ter plaatse. Hiervoor moet dan ook alles zwichten. Niets mag worden daarge- steld, dat het aanzien of de omgeving ontsiert. Spreker wijst hierbij op artikel 6 van het huur contract. Verder zegt hij, dat ook monumentenzorg het liever in zijn oorspronkelijken vorm had ge laten. Waarom dan gezwicht; dit is niet principi eel. Spreker is van meening, dat, wanneer de Raad dezen bouw toestaat, hij zijn boekje te buiten gaat. Hij handelt dan in strijd met den oorspronkelijken opzet door monument of omgeving te ontsieren. De heer VAN MIERLO vraagt zich af, waarom de Raad zijn eigen besluit niet kan wijzigen. Het is een zuiver burgerrechtelijke handeling en de partijen kunnen toch een door hen aangegaan con tract wijzigen. De heer KESSEL acht dit besluit een conse quentie van een besluit van vroeger en wanneer op het verzoek niet wordt ingegaan, vreest spre ker voor de gevolgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 22