De taak der commissie zou nu als afgeloopen kunnen worden
beschouwd. Spreker zou den Raad willen vragen, wat er nu
moet gebeuren. Hij vraagt of het niet goed zou zijn, dat
de taak der commissie voorlooplg wordt overgeheveld op
•Burgemeester en Wethouders met instandhouding der commis
sie. Burgemeester en Wethouders kunnen zich dan in ver
binding stellen met den heer Schief elbusch. Spreker
vraagt daaromtrent de meening van den .heer Foeken.
De heer FOEKEN wil op de eerste plaats dank zeggen
aan den Raad, die in de vorige vergadering sprekers
voorstel tot het instellen eener commissie heeft aange-
nomen. Spreker brengt ook dank aan de commissie, die
hem tot voorzitter heeft benoemd, hoewel daarvoor feite
lijk de Wethouder was aangewezen. Hij dankt ook den
Voorzitter, die bereid is gevonden de commissie te in-
stalleeren. Spreker gelooft, dat de heeren Raadsleden
met vreugde van het rapport zullen hebben kennis genomen.
De andere leden van de commissie en de heer Schiefelbusch
waren van oordeel, dat het rapport goed was. De commissie
is van meening, dat voort moet worden gegaan. Burgemeester
en Wethouders zullen misschien in overleg met de commis
sie nog nadere voorstellen kunnen doen.
De heer BRINKERHOF zegt met genoegen het rapport te
hebben gelezen. Het verheugt spreker, dat de commissie
tot overeenstemming is gekomen met den heer Schiefelbusch.
Spreker brengt een woord van dank aan den heer Foeken en
de leden der commissie, doordat het verleden is ongedaan
gemaakt. Het heeft spreker verheugd, dat in het rapport
voorkomt, dat Ginneken niet alleen wordt beschouwd als
woonoord, doch ook als plaats voor vreemdelingenverkeer.
Het vreemdelingenverkeer is dit jaar groot geweest.
Spreker
J. 4-