om tot vervolging over te gaan. Er is een proces-verbaal ^(i
bij den Officier van Justitie.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat een werklooze voor eer
maand wordt gestraft, wanneer hij f. 15.- te weinig heeft
ingevuld.
De heer KISSEL zegt, dat de kwestie niet dood is. Er
wordt zeker over gesproken.
De heer VAN MIERLO zegt, dat we toch leven in een rech'
staat. De zaak is aan de Justitie medegedeeld. We hebben
met praatjes niets te maken. Als de Officier van Justitie
meent niet tot vervolging te moeten overgaan, dan zal hfy'
daarvoor zijn reden hebben. Bij dien werklooze was het be
wijs geleverd; hier niet.
De VOORZITTER zegt, laten ze een klacht indienen bij
den Procureur-Generaal.
Annexatie. 5* De heer KESSEL vraagt, hoe het staat met de
annexatie.
De VOORZITTER sluit de vergadering.
Opgemaakt door den Raad der gemeente Ginneken en Bavel
in de geheime vergadering van 1 "^31»
De VOORZITTER zegt, dat er niets meer van is vernomen.
De Secretaris
r
v;,