Verg. 5 Februaru 1937.
2.
te betalen, omdat de werkzaamheden ongevraagd
zijn uitgevoerd.
Spreker heeft getracht deze bezwaren te weerleggen,
doch van Ginneken weigert absoluut genoemd bedrag
te voldoen.
Wanneer de Raad meent, dat nog een poging moet
werden aangewend, is spreker hier graag toe bereid.
De VOORZITTER vindt het geen methode; iedereen
had wel kunnen weigeren.
De heeren Braakhuis, Verdaaddonk en Brinkerhof
alsmede wethouder Van Gestel zijn van oordeel, dat
het instellen van een vordering weinig succes zal
opleveren.
Besloten wordt namens den Raad een schrijven te
richten tot Van Ginneken, waarin de wenschelijkheid
tot het betalen van het verschuldigde wordt uitge
sproken.
Naar aanleiding van het vermelde onder no. 2 zegt
de heer BRINKERHOF, dat uit de correspondentie met
het burgerlijk armbestuur van Ginneken is gebleken,
dat dit armbestuur vast overtuigd is, dat het de
wijze, waarop het steunt, de juiste acht. De Raad
wordt beschouwd als onvoldoende kennis te Rebben
van hetgeen bij het burgerlijk armbestuur omgaat
en critiek uit te oefenen op de gestes van dit arm
bestuur zonder voldoende motieven. Dit antwoord
heeft spreker ten zeerste bevreemd en eenigszins
pijn gedaan.
Spreker vraagt zich af, wat nu zal gebeuren. Vindt
de Raad het nu in orde of moet hij nu een stapje
verder gaan en het burgerlijk armbestuur in eenigs
zins scherpere woorden mededeelen, dat ook de Raad
wel kijk heeft op de zaken van het burgerlijk arm
bestuur? Spreker concludeert, dat in de wijze van
bedeeling nog steeds geen verandering is gekomen.
De VOORZITTER zegt, dat de Raad geen pressie
op het burgerlijk armbestuur kan uitoefenen. Het is
geheel vrij in de wijze van bedeeling en het doet
zijn plicht.
De heer FOEKEN onderschrijft voor een groot ge
deelte het gesprokene door den heer Brinkerhof. Het
heeft ook hem gefrappeerd, dat het burgerlijk arm
bestuur van oordeel is, dat de Gemeenteraad niet
voldoende cprapetent is om de zaken van het armbe
stuur te beoordeelen. Spreker stelt voor het burger
lijk armbestuur te verzoeken een opgaaf te verstrek
ken, wie in natura en wie in geld worden gesteund.
De lieer VAN MIERLO zegt, dat de heer Foeken
zulks in de jaarrekening van het burgerlijk arm
bestuur kan zien..
De heer FOEKEN had gaarne wat meer gegevens
van het burgerlijk armbestuur verwacht.
De