Verg. ïK Maart 1937. 56. gemeente zoo "belangrijke aangelegënheid eeniger- mate aan dat doel diende te beantwoorden. Wij hebben dan ook getracht door sommige onderdeelen in beknopte en andere daarentegen in wat uitgebreider vorm naar voren te brengen en zonder dat positie# uitgesproken voorstellen daarin vastgelegd zijn of konden worden, toch dit gestelde doel zooveel mogelijk te benaderen. Als de commissie daarin eenigermate geslaagd mocht zijn, zou dit haar eenige voldoening schenken. U zult natuurlijk wel begrijpen, dat het niet in mijn bedoeling kan liggen de in het rapport besproken punten nog eens een voor een na te gaan. Integendeel. Ik zou er liefst zelfs zoo min mogelijk meer over wil len zeggen. Ik wil mij dan ook bepalen tot het geven van een misschien noodige korte toelichting of aanvul ling. En dan meen ik te kunnen volstaan met nog eens de bijzondere aandacht te vestigen.óp de cultureele zijde en het maatschappelijk belang, waaruit voortvloeit het algemeen belang. De cultureele zijde. Wij mogen er hier nog eens uitdrukkelijk den nadruk op leggen, dat door den Raad het zwemmen in de Mark en andere daarvoor eventueel in aanmerking komende plaatsen - terecht - is verboden. Door dat verbod uit te vaardigen is er echter min of meer een verplichting voor den Raad ontstaan en wel om zorg te dragen, dat er een gelegenheid is, waar men on gestoord en zonder anderen aanstoot te geven, wel kan en mag zwemmen. Dat het groote nut van de beoefening der zwem- sport wel degelijk gevoeld wordt, blijkt daaruit, dat in ontelbare plaatsen door' de Gemeentebesturen zoowel als door particulieren zwemgelegenheden zijn ingericht. Het gaat zelfs zoover, dat men het nuttig en noodig oordeelt niet slechts des zomers maar ook des winters deze sport te kunnen beoefenen, fin als men daar dan ook vertoeft, onverschillig in welke plaats van ons land, dan zal men ook steeds deze plaatsen bezocht vinden en wat heel dikwijls opvalt, ook door klassen scholieren onder toezicht der on derwijzers. Ongetwijfeld zal de gemeente zelf óok indirecte voordeel en plukken van een goed ingerichte bad- en zwemgelegenheid, ten eerste als.men deze kwestie van hygiënisch standpunt beziet en voorts, doordat in een goed geoutilleerde zweminrichting gelegenheid is voor het organiseeren van wedstrmjden, waardoor zeker de aandacht op onze gemeente zal worden ge vestigd, zoowel voor verblijf gedurende de zomer maanden als ook voor vaste vestiging. Wij kunnen dit ook omkeer en en naar voren brengen de gedachte in het rapport neergelegd. Want het staat toch vast, dat onze gemeente zich gestadig uitbreidt, doch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 36