Verg. 2^ Maart 1957.
j 3T'
doch ook, dat door zooveel hetere communicatiemiddelen
en het ijverig werken van onze plaatselijke vereeni-
ging voor vreemdelingenverkeer, de vestiging in nog
meerdere en nog vluggere mate zal toenemen en deze
omstandigheden het dus wel noodzakelijk maken, dat de
verwezenlijking der reedB zoo lang hangende plannen,
werkelijkheid worden.
Het maatschappelijk belang.
Mijnheer de Voorzitter. Op bladzijde 16 van het
uitgebrachte rapport staat vermeld, dat, indien de
Raad mocht besluiten, - ik zou U willen verzoeken
hier de twee woorden tot oprichting te willen
tusschen voegen, zoodat wij lezen: indien de Raad
tot oprichting mocht besluiten enz, dan zou de com
missie in overweging willen geven stappen te doen,
tot uitvoering in werkverschaffing en werkverrui
ming.
Waarom de commissie gemeend heeft zulks in
overweging te mogen geven, ligt voor de hand.
Er zijn in onze gemeente een groot aantal per
sonen, die door de tijdsomstandigheden zonder ar
beid zijn geraakt. Dat er velen zijn, die gaarne
arbeid verrichten voor het geld, dat de gemeenschap
verstrekt, is zeer zeker toe te juichen.
In onze gemeente is het echter niet zoo gemak
kelijk voor die groep inwoners werkobjecten te
vinden.
Nu doet zich hier een gunstige gelegenheid voor
zoowel voor werkverschaffing als werkverruiming en
zou het alleszins aanbeveling verdienen, indien
hieraan bijzondere aandacht zou worden geschonken.
Ik ben van oordeel, Mijnheer de Voorzitter,
dat door deze sobere voorstelling hetvgewicht hier
van zooveel zwaarder zal worden gevoeld, zoodat ik
hierover niet verder zal uitweiden.
Uit een en ander moge de Raad echter duidelijk
gebleken zijn, dat het hier gaat om een zuiver al
gemeen belang. Men moge denken over het zwammen of
de zwemsport zoo men wil: het algemeen belang moet
men hierin toch wel willen ontdekken.
Wanneer ik nu nog een enkel woord mag zeggen
Mijnheer de Voorzitter over de financieele opzet,
dan zou ik er op willen wijzen, dat de cijfers m
het rapport gegeven eenerzijds provisioneel, ander*»
zijds berustend op gegevens, verstrekt zijn.
Het is echter heel goed mogelijk volgens het
hoofd van openbare werken, dat eenige cijfers een
vrij belangrijke verandering zullen ondergaan, in
dien de werkzaamheden tot uitvoering zouden komen.
Een groot gedeelte moest thans geschat worden en is
deze schatting aan den vrij hoogen kant gehouden.
Het