IK).
;eft
Dit
.n of
jele-
i voor
onder-
inge-
ird,
hij
en,
omtrent
l daar-
mdaine
l we
>ede
sn taak
ulier
)v er
st te
iden
s en
heid
taat,
een
waar
kunnen
sd
innen
3n.
r oor
ra. n
>nden
Lk den
tot
s
en
eommis-
ef t
samen-
dat
ligd
ler
roor
op
Verg. 2^ Maart 1957*
*H.
De heer VAN OPSTAL sluit zich aan bij het betoog
van den heer Savenije. Spreker heeft de zwemgelegenhe-
den elders mede bezichtigd. Hij was jaloersch op een
gemeente van ^500 inwoners, die zulk een prachtig
zwembad rijk was. Zoo iets had Ginneken al tien jaar
moeten hebben.
De heer STRUIJS sluit zich aan bij de woorden
van den heer Savenije. Spreker was er aanvankelijk
huiverig voor. Hij had niet gedacht, dat er zwemge-
legenheden waren, zooals hij er gezien heeft.
De heer BRAAKHUIS acht het wel hopeloos, na al
het enthousiasme, dat hij gehoord heeft, daar tegen
in te gaan. Spreker heeft respect voor het werk der
commissie. Spreker heeft echter bezwaar tegen den op
zet der zaak en hij heeft ook principieele bezwaren
als katholiek. Spreker is van meening, dat de moreele
bezwaren niet kunnen worden ondervangen. De katholieke
beginselen komen absoluut in het gedrang. Men kan wel
wijzen op Swalmen, doch daar staat tegenover, dat die
inrichting gedoemd is ten onder te gaan. Wanneer beide
seksen worden gescheiden, heeft een bad- en zwemgele-
genheid geen aantrekkelijkheid meer. De gelegenheden,
waar men de meeste vrijheid heeft, zijn het meest be
zocht.. De leemputten worden meer bezocht dan de zwem-
gelegenheid te Oosterhout. Spreker wijst ook op het
geringe bezoek van het sportfondsenbad, nu daar ge
mengd zwemmen is verboden. Hier is gelegenheid ge
noeg in de omgeving om te zwemmen. Als alles streng
wordt doorgevoerd, is er geen bezoek. De commissie
heeft ook een begrooting opgemaakt. Spreker wil aan
nemen, dat de begrooting juist is. De begrooting is
gebaseerd op een bezoek van 100000 personen. Waar
moeten die van-daan komen? De financieele begrooting
staat daarmee op losse schroeven. Het nadeel wordt
veel grooter dan f. 1000.-. Er is op een renteloos
voorschot gerekend, zonder dat zekerheid bestaat, dat
dit zal worden verkregen. Als geen renteloos voorschot
wordt verkregen, wordt het deficit f. J000,-, Dit zal
ook onder de oogen moeten worden gezien. Spreker stelt
dan nog de vraag op welke wijze en door wie de inrich
ting moet geexploiteerd worden. De Raad kan goede
voornemens hebben en de commissie eveneens, maar die
goede voornemens kunnen worden gesaboteerd door den
leider van de badplaats. Spreker hoopt, dat dezen
middag geen besluit zal worden genomen; hij acht dat
praematuur.
De VOORZITTER wil eerst de sprekers beantwoor
den. Hij is steeds voorstander geweest van een zwem-
gelegenheid. De heer Braakhuis heeft opgemerkt, dat
er plenty gelegenheden zijn in de omgeving. Spreker
vraagt zich wel eens af, wat dat voor gelegenheden
zijn. Het wordt hier echter geen zwemkom, doch een
zwembad. Wanneer de heer Braakhuis in zijn betoog
zegt