Verg/ 30 April'1937
Vergunning 1*J-. VERGUNNING TOT HET AANLEGGEN VAN
aanleggen STRATEN.
straten.
Door den.-heer Ö*A.J. van der Sandé
is did. 17' Maart 1937 verzocht'vergunning te mo-
gen bekomen tot het aanleggen van straten, welke
een verbinding zullen vormen tussehen de Taxan-
drialaan en de Van Duivénvoordestraat.
Het verzoek is in de vorige Raadsvergadering
reeds 'ter'taf el geweest.
Burgemeester en Wethèudetb. stellen voor de
gevraagde vergunning te verleenen onder de voor
waarden in het ontwerp-Raadsbe'sluit genoemd. Het
ontwerp-Raadsbesluit heeft met bijbehoorende tee-
kening voor de Raadsleden ter inzage gelegen.
De Raad vereenigt zich .met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders» Het ontwerp-Raads
besluit wordt door deh »Raad vastgesteld.
Straatverlichting 15. VERZOEK VAN BEWONERS DER
Sterstraat en STERSTRAAT' EN GEERSBROEK OM
Geersbroek. STRAATVERLICHTING ALDAAR.
Door bewoners van de Sterstraat en van
Geersbroek, te Ulvenhout, is verzocht straatver
lichting te willen' aanbrengen in, den hoofdstraat-
weg van Ulvenhout naar Geersbroek. De Lichtcom-
missie heeft zich eenstemmig voor het aanbrengen
der straatverlichting verklaard. De kosten worden
geraamd op f. 3300.-»
Burgemeester en Wethouders stellen voor het
adres in hun handen te stellen ter afdoening,
wijl het hier een aangelegenheid betreft, welke
ingevolge artikel 209» letter h, der Gemeentewet,
behoort tot de taak van Burgemeester en Wethou
ders*
De hee-r 8TRUIJS kan zich niet met het prae-
advies vereenigen. Hij heeft hieromtrent een
andere opvatting. Spreker kan niet inzien, dat
artikel 209, letter h, der Gemeentewet, hier van
toepassing is. Spreker zal tegen het prae-advies
stemmen.
De heer FOEKEN vraagt, waarom Burgemeester en
Wethouders deze aangelegenhhid naar zich toe ha
len»
De VOORZITTER zegt» dat het aan Burgemeester
en Wethouders is opgedragen» Het behoort fcot de
competehtie van Burgemeester en.Wethouders.
De heer 3RINKSRH0F meent, dat de heer Struijs
voorbarig is te zeggen tegen het'prae-advies te
zullen stemmen. Spreker gelooft, dat Burgemeester
en Wethouders het verzoek zulle'n inwilligen.
De heer FOEKEN .vraagt, wat Burgemeester en
Wethouders met het .verzoek zullen doen.
De