Verg. 30 April 1937» sing aan den Raad meedeelen. De Raad vereenigt zich onder die voorwaarde met het prae-advies, behalve de heer STRUIJS, die zich daartggen verklaart. Verzoek 16. VERZOEK VAN BEWONERS DER 3URGE- bewoners MEESTER PASSTOORSSTRAAT. Burgemeester Fasstoors- Door bewoners der Burgemeester straat. Passtoorsetraat is d.d. 22 April 1937 verzocht maatregelen te willen treffen om overstroomingen der Mark tegen te gaan. Burgemeester en Wethouders stellen voor adres santen' te verwijzen naar het Dagelijksch Bestuur van het Waterschap De Boven-Mark dat met het beheer en toezicht -over de Mark is belast. Burge meester en Wethouders willen tevens aandacht schen- ken aan deze aangelegenheid en eventueel met het Waterschapsbestuur overleg plegen. De heer HOPS zegt, dat. wegens den abnormaal hoog.en waterstand het Waterschapsbestuur ook weinig heeft kunnen doen. De heer BRAAKHUIS zegt, dat de toestand voor de bewoners onhoudbaar is.^Door het bouwen is de af vloeiing van het terrein geheel en al verdwenen. De Mark moet genormaliseerd worden. Bij hoögen waterstand-loópen de huizen onder. Het Waterschap had wel maatregelen kunnen treffen om dat te voor komen» Het Waterschap had. subsidie kunnen vragen. Alle-kosten worden betaald door het Rijk» Het Water schap kan dat alsnog doen en dan kan de toestand goed worden. De heer 'BRINKERHÖF heeft alle respect voor het Bestuur van het Waterschap, maar het Waterschap moest zijn taak Overdragen aan het Provinciaal be stuur* Toen het Waterschap alleen maar slootjes had zuiver te houden, kon het rustig werk verrich ten. Nu hebben de werkzaamheden echter een groote- ren omvang genomen. Het Proninciaal bestuur bestaat uit deskundige personen en kan de zaak beter in het reine brengen. De heer VAN MIERLO meent, dat de heer B.rinkerhof op een.gevaarlijken weg is. De heer ROPS zegt, dat de fout niet ligt bij het Waterschap. De afwatering beneden Breda moet in orde worden gemaakt. De heer BRAAKHUIS zegt, dat het de aandacht ver dient van Burgemeester en Wethouders om met het Waterschap te onderhandelen. De VOORZITTER is van oordeel,"dat de toestand in orde moet worden gemaakt. De heer SAVENIJE zegt, dat deze bespreking haar goede zijde heeft.' Hierdoor is.gebleken, dat de gemeentebesturen niets kunnen, doch afhankelijk zijn van andere instanties. 17 VERZOEK

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 65