te houden kermis onderhands" een standplaats te
mogen pachten.
Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel,
dat, indien het verzoek zou worden ingewilligd,
zou Y/orden afgeweken van het Raadsbesluit,
waarbij aij werden gemachtigd de standplaatsen
op de kermissen te verpachten. Deze verpachting
wordt jaarlijks in'het openbaar gehouden*. Sen
onderhandsche verpachting voor een bepaald aantal
jaren achten zij niet gewenscht. Burgemeester en
Wethouders stellen voor afwijzend op het verzoek
t-'e beslissen.
De heer VAD SWOL vindt het «jammer, dat een
ingezetene den voet dwars wordt gezet, temeer
nog wijl zijn inschrijving hooger is dan tot nu
toe is ontvangen,- Spreker acht alle reden aanwezig
om' de onderhandsche verpachting te gunnen. Spreker
wil het voorstel doen om de ingezetenen in de ge
legenheid te stellen hier een stuk brood te ver
dienen.
De VOORZITTER zegt, dat dezelfde gedachte
een punt van overweging heeft .uitgemaakt bij Bur
gemeester en Wethouders. We dóen echter e.en open
bare aanbesteding of we doen het niet.
De heer BRINKERHOF heeft met bevreemding
dit prae-advies gelezen. Spreker brengt in her
innering de geschiedenis met de gebakkraam van
plus minus drie jaar gelodon. Goosen deed toen
een inschrijving voor meerdere jaren en dat aan
bod is geaccepteerd. De heer Van Mierlo heeft
toen gezegd, dat moest worden uitgezien naar het
voordeel. Du doet zich hetzelfde geval voor met
een ingezetene van Ginneken* De principieele
kwestie telt voor spreker in deze nihil.
De heer FOEKSH zegt, dat het hem voorkomt,
indien het verzoek wordt toegestaan, dat wordt
gehandeld in strijd met een besluit van den Raad.
Het lijkt spreker gevaarlijk een contract aan te
gaan. We weten niethoe de Raad er na verloop
van jaren uit zal zien. Spreker acht beter dat
jaar voor jaar wordt ingeschreven.
De VOORZITTER merkt op, dat-, indien het ver
zoek wordt toegestaan, een gelijk 'verzoek van de
Gebroeders Hommerson is te wachten en misschien
ook nog van anderen.
De heer VAD SïïOL merkt op, dat een behoorlijke
som is geboden. De vroegere inschrijvingen waren
lager. Wanneer de heer Hommerson met een hooge
aanbieding komt, moet het natuurlijk ook worden
toegestaan.
De heer VAD MIERLO is van meening, dat het
bij het verpachten der standplaatsen op de eerste
plaats aankomt op financieel voordeel vah de ge
meente. Wat vroeger öiocht zijn geschied met Goo
sen staat buiten deze kwestie. Spreker vindt het
verschil van de inschrijving niet zoo groot om te
zeggen