1*.
Verg. 29 Mei 1937.
De VOORZITTER deelt mede, dat na het verzenden
der agenda nog is ingekomen:
a. een besluit van Gedeputeerde Staten dezer provin
cie d.d. 19 Mei 1937 O, No. 138, 1ste Afdeeling,
tot verdaging van het Raadsbesluit van 30 April
1937 betreffende wijziging der bouwverordening.
b. Proces-verbaal van kasopname van het water- en
electriolteitsbedri jf d.d. 19 Mei 1937»
Deze stukkenworden voor kennisgeving aangenomen.
Verder merkt de VOORZITTER op, dat nog in behandeling
zijn:
a. een verzoek van het Bestuur der Dr. de Visserschool
te Ginneken, om gelden te willen beschikbaarstellen
voor een uitbreiding van de Dr. de Visserschool en
voor den bijbouw van een gymnastieklokaal en
b, een verzoek van het Bestuur van de R.K. Meisjes-
school te Ginneken Kerkstraat om gelden voor het
aanschaffen van nieuwe schoolbanken.
Over deze verzoeken wordt het advies van den Inspecteur
van het lager onderv/ijs ingewonnen.
c. Een verzoek van vergunninghouders van Ulvenhout
om verlenging van het sluitingsuur en
d. een f er zoek van de heer en Brinkerhof en Faes be
treffende de verstrekking van melk
zijn nog in voorbereiding.
Verordening 2. VERORDENING OP DE HEFFING VAN BESMST-
besmetteli.ike TELIJKE' ZIEKTENGELDEN.
ziektengelden.
Door Gedeputeerde Staten dezer Provin
cie is bezwaar gemaakt tegen de verordening op de be
smettelijke ziektengelden, welke door den Raad is
vastgesteld in de openbare Raadsvergadering van 30
April 1937* Het tarmef voor afzondaiijke verpleging
is in de verordening per dag en per persoon.bepaald
op f. 7.50.-
Een bedrag;van f. 3.50 a f. 4.- wordt voldoende geacht.
Besloten wordt aan de bemerkingen van Gedeputeerde
Staten te voldoen. Het bedoeld tarief wordt vastge
steld-op f. 4-.- per dag en per persoon.
De verordening van 30 April 1937 wordt ongetrok
ken.
•De verordening wordt hierna opnimiw vastgesteld.
Wijziging 3# WIJZIGING GEMEENTE-BEGROOTING, DIENST 1936.
D'egröoting
i$36. Een voorstel tot wijziging der gemeente-
begrooting, dienst 1938» wordt door den
Raad goedgekeurd. Het ontwerp-besluithetwelk ter
inzage heeft gelegen, wordt door den Raad vastgesteld.
4. VOORSTEL.