6.
r gemeente
nrordt in
nomen,
angewezen.
t gedaan
noogen,
neid te
ar deze
Lgen be
lie.
eer gehoord
et zelf
steeds
i en zal
y van deze
irezig te
insluiten
ian ook
3 in het
eenheid
sterdam
>oals een
sich af,
harte kan
m ernstige
ïen van
Ginneken-
325.-
in.
irinkerhof
ik; Kessel;
t Swol;
Verg. 5 Februari 1537.
inden,
gestelde
e werd
ige voor
ver sc hi 1-
erwille
niet meer
deze
n mooie
ris op
rek er
Spreker wijst verder op het advies van het burger
lijk armbestuur; wij kunnen dit zelf moeilijk be-
oordeelen en moeten het noodige vertrouwen hebben
in het burgerlijk armbestuur en op zijij advies
af gaan
Se heer OOMEN zegt naar de werkzaamheden van den
heer de Leeuw geinformeerd te hebben. Deze kan op
de gewone kantooruren de werkzaamheden niet meer
af. Heele avonden moet de heer de Leeuw aan het
burgerlijk armbestuur weiden. Spreker is het eens
met den heer Verdaasdonk en zal voor het voorstel
stemmen.
De heer BRINKERHOF zegt, dat de heer Oomen komt
met feiten, die niet heelemaal juist zijn. De heer
de Leeuw begint 's morgens om 10 uur en eindigt om
half zes en daarna werkt hij niet meer. Spreker
zegt voor dit voorstel te zullen stemmen, doch de
feiten mag men niet verdraaien.
De heer VAN MIERLO vraagt, of de heer Oomen
weet, dat de heer de Leeuw ook vergoeding krijgt
voor zijn werkzaamheden ter Uitvoering van enkele
crisisregelingen.
De heer VAN GESTEL zegt', dat onderscheid moet
worden gemaakt tusschen het salaris van den heer
de Leeuw vroeger als secretaris-penningmeester
van het burgerlijk armbestuur en nu als ambtenaar
van den dienst voor sociale zaken. Vroeger moest
hij alle werkzaamheden geheel zelfstandig doen en
droeg financieele verantwoordelijkheid; thans s
slechts een bepaald werk zonder de minste verant
woordelijkheid. Zijne werkzaamheden zijn nu veel
minder dan vroeger. Toen de heer de Leeuw een ge
salarieerd baantje moest laten gaan, heeft hij
tegelijkertijd een salarisverhooging gekregen van
f. 250.-. Verder is het spre'kér eens met den heer
Brinkerhof, dat de heer de Leeuw in het vervolg
niet behoeft over te werken. Wanneer de nieuwe
dienst goed functionneer'1?, dan zal de heer de
Leeuw slechts 2X2 uur per dag behoeven te werken.
Sprekers conclusie is dan ook, dat een belooning
van 75O.-7 een betere vergoeding is dan de be
trokken ambtenaar ooit heeft genoten. Spreker
wenscht de verantwoordelijkheid voor deze verhoo
ging dan ook niet te dragen.
De heer OOMEN befboogt, dat de vroegere ver
hoogingen zijn gedaan, omdat de Raad de overtui
ging had, dat zijn salaris te gering was en niet
omdat hij bijbaantjes moest laten varen.
De heer KESSEL informeert, wie nu eigenlijk
secretaris-penningmeester is. Er zijn nog andere
ambtenaren benoemd, doch zulks zal moeten geschie
den door.den Raad.
De heer VAN MIERLO zegt, dat de goedkeuring
op de desbetreffende verordening nog niet is ver
kregen. In die verordening delegeert de Raad de
benoeming van bedoelde ambtenaren behalve de
heer