7t
Verg. 30 Juni 1937»
86.
De kennis, die het hoofd noodig heeft, heeft hij
zich voldoende vergaard. Wanneer er zich kardinale
fouten mochten voordoen, is men van de P.N.E.M. onmid
dellijk hier.
De heer FOEKEN wil alleen maar aantoonen, dat het
niet altijd noodig is, dat het hoofd bij het bedrijf
woont. Per telefoon is zoo iemand toph ook direct ge
waarschuwd. Het heelde bedrijf is toch overigens zoo
simpel.
De heer OOMEN zegt, dat hier de zuinigheid moet
betracht worden. Spreker heeft gehoord, dat de bedrijfs
leider liever in zijn huis bleef wonen, daarom vindt
spreker het overbodig daar een huis te bouwen en dien
post uit te gevpn.
De VOORZITTER zegt, dat het hem niet bekend is,
dat het hoofd daar liever niet woont, Toen er kans was,
dat de hepr van Hooft hoofd zou worden, heeft hij zelf
gezegd, dat het hoofd bij zijn werk moet wonen. Het
belang van het bedrijf ging bij hem boven. Het voorstel
is voornamelijk van het hoofd zelf uitgegaan.
De heer VAN MIERLO zegt, dat het geld niet wegge
gooid is. Het is integendeel een kapitaalsbelagging.
De heer KESSEL zegt, dat de kapitaalsbelegging
verloren gaat in het oude pand.
De heer OOMEN zegt, dat het nie.t op den weg van
het gemeentebdrijf ligt om geld te beleggen in huizen.
Wanneer dit huis niet meer dienstbaar is voor het be
drijf, verliest het in waarde.
De Raad gaat accoord met het prae-advies,
Een ontwerp-besluit tot wijziging van de begrooting
van het bedrijf in verband net den bouw der woning
wordt vastgesteld.
De heer VAN SWOL verzoekt aanteekèning. te hebben
tegengestemd.
Aansluiten 11. VOORSTELLEN TOT HET AANSLUITEN VAN
Bay el water-, BAVEL AAN DE WATERLEIDING.
leiding. r"
De hèer OOMEN zegt, dat er een adres
van bewoners van Bavel moet zi jn ingekomen,
De VOORZITTER leest, dit adres voor.v'
De 'yOORSITTER. vindt het jammer, dat dit adres
is binnengekomen. Spreker begrijpt biet, dat die
menschen de aansluiting tegen willen houden, wanneer
het voor Bavel een zegen is.
De heer BRAAKHUIS zegt gehoord te hebben, dat
- 90 van de bewoners van Bavel slecht water hebben.
De heer BRINKERHOF zegt, dat de melkkannen daar-
win worden gewasschen.
£$1' De heer OOMEN protesteert hiertegen. In de boter-
fabriek wordt allee gedaan voor de hygiene.
De VOORZITTER zegt, dat het ook nog om een zeer
groot belang gaat n.l. voor brandblussching. Wat moet
er
bi 1