De heer FOEKEN kan zich geheel met het voor stel vereenigen. Hij zou echter willen voorstel len het gebouw een meter of tien meer naar ac Iter en te plaatsen. Hij wil daar zooveel mo gelijk open lucht houden* De heer KESSEL vraagt of het gymnastiek lokaal ook onder het bijzonder onderwijs zal worden gerangschikt. In 19^3 ^al gymnastiek onderwijs waarschijnlijk verplichtend worden gesteld. De heer VAN MIERLO meent, dat in 1940 het gymnastiekonderwijs verplichtend zal worden. Er staat echter nog weinig van vast. Voor de bijzondere'scholen zullen afzonderlijke dagen worden bestemd. Er bestaat geen gevaar, dat het openbaar en het bijzonder onderwijs niet zelfstandig zullen blijven. De heer KESSEL zegt, dat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat het bijzonder onder wijs ook gymnastieklokalen zal vragen. De heer VAN MIERLO zegt, dat de mogelijk heid Toestaat, dat in 1940 iedere school een gymnastieklokaal zal kunnen vergen. Wanneer hier in de kom een geschikt lokaal is, dan kan worden vgrmoed, dat daar rekening mee zal worden gehouden voor de kom. Voor de andere scholen zal het van omstandigheden afhangen. De heer KESSEL vraagt, of in de buurt van het gymnastieklokaal een bijzondere school zal verrijzen. De heer VAN MIERLO zegt, dat daar geen woorr" over is gerept* Spreker zou niet weten, waarom daar een bijzondere school zou komen. De heer BRINKERHO? betreurt het antwoord, dat door het Bestuur der St*Laurentiussehool is gegeven* Spreker vindt het jammer, dat men be ducht is, dat de bijzondere kindertjes zullen worden besmet door de openbare. Hij vindt het ook jammer, dat een Raadslid zulk een meening durft te onderschrijven. De heer VAN MIERLO kan zich best voorstellen dat de bijzondere schoolbesturen prijs stellen op hun zelfstandigheid. Het is jammer, dat de heer Brinkerhof tegen het vorig punt hééft ge stemd; dan zou er meer openbaarheid zijn gegeven aan de openbare school. De heer BRIIKSRHOF merkt op, dat hij toch heeft gezegd voorstander te zijn van het open baar onderwijs en dat hij, desondanks, toch heef gemeend voor behoud van het huis te moeten zijn. Zoo groot belang acht hij daaraan voor de ge meente verbonden. De heer BRAAKHUIS zegt, dat de heer Brinker hof spreekt als de laatste der kanólbaloo,70 van de kinderen genieten bijzonder onderwijs. Beide

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 315