218.
Verg. 31 Jan» 1938.
219.
van werken
;houdere
;itneming
•om den Raad
iure en
3emd perceel
c procedure
iet rechte
re gelegd,
i vastge-
JENLAAN.
aders wordt
adastraal
en een
ter
rmolen,
erp-
Burgemees-
t wordt
E JONGENS
LAGER
pvoedings-
jbergen
e van
e de schcol
Weerijs-
volgende
te verlee-
ouders word'
lgende
TE BAVEL
stellen
voor het
s openge-
e koeten
hiervan
hiervan worden geraamd op f. 850.- behalve de
kosten van arbeidsloon" en het verwerken van ge
noemde tegelB, waarvan de kosten worden geraamd
op f. l60.-.
Voorts achten Burgemeester en Wethouders
het gewensoht het voetpad aan de oostzijde der
Molenstraat eveneens te verharden met basaltine-
tegels. Ook zou daar eenige beplanting behooren
te worden aangebracht. De kosten hiervan worden
geraamd op f. 1750.-.
Het bedrag van f. l60.- voor arbeidsloon
aan het voetpad te Bavel moet ten koste komen
van het waterleidingsbedrijf. De overige kosten
kunnen worden gebracht ten laste van den kapitaal
■dienst der gemeente.
De heer OOMEN is van meening, dat door het
leggen van het voetpad te Bavel de dorpstraat in
de eerste klas voor de straatbelasting zal vallen.
De heer VAN GESTEL is het niet eens met den
heer Oomen. Er lag reeds een trottoir, zoodat de
toestand, wat de belastingheffing betreft, niet
gewijzigd zal worden.
De VOORZITTER zegt, dat men voor een mooien
weg ook wel een kleinigheid over mag hebben.
De heer OOMEN is het daar niet mee eens. De
belasting i's al zoo zwaar. Wat hebben we aan een
mooi huis als er geen brood is. De kosten worden
op den kapitaaldienst geschoven, waardoor de
schuldenlast der gemeente zwaarder wordt. De
kost enzullen moeten worden betaald door een
klein groepje belastingbetalers. Er moet rekening
worden gehouden met de draagkracht der bevolking.
Er wordt thans met geld gesmeten, zooals nog
nooit is geschfed.
De heer VAN SWOL protesteert tegen de voor
stellingswijze van den heer Oomen, wanneer hij
beweert, dat de belastingen worden betaald door
een klein groepje. De heer Oomen is er glad naast.
Het is nu echter geen geschikte gelegenheid daar
verder over te spreken.
De heer FOEKEN kan de meening van den heer
Oomen niet onderschrijven. We moeten trachten de
groep der belastingbetalers zooveel mogelijk uit
te breiden en daarom moeten we trachten onze ge
meente zoo mooi mogelijk te maken. We moeten
pogen de vestiging van belastingbetalers te be
vorderen.
De heer VAN MIÈRLO zegt, dat de heer Oomen
vermoedelijk ook denkt aan de exploitatie van
den Schoolakker. Het ligt echter juist in de be
doeling daarmee winst te behalen. Men kan er
echter ook anders tegen aankijken.
De heer VAN OPSTAL is van meening, dat het
uitbreidingsplan al tien jaar eerder had moeteh
zijn uitgevoerd.
De