zou die verantwoording nooit op zich nemen.
Rookverbod Hierna wordt besproken het rookverbod in het
Mastbosch." Mastbosch,
De heer BRINKERHOE zegt, dat dit verbod oei
belemmering is voor vele vreemdelingen. Spreker merkt
dit aan als een belang voor de gemeente. Voor vreemde
lingen is het zeer onaangenaam, dat in onze bosschcn
niet mag worden gerookt. Het zijn niet de bosschen vin
Breda, zooals wel geschreven wordt, maar de bosschen
zijn gelegen in de gemeente Ginnekon. Spreker weet het
van zichzelf als hartstochtelijk rooker, hoe belemmeren
het is. Hij heeft geen voorstel gedaan, doch Burgomecote
en Wethouders in oberweging gegeven het verbod in te
trekken. Spreker heeft nog geen antwoord ontvangen.
De VOORZITTER meent, dat het beter is in het bosch
niet te rpoken. Het is ook beter voor de gezondheid.
Spreker is ook van oordeel, dat de menschen hot over het
algemeen ook beter vinden. Er is nog geen bericht van
den Houtvester ontvangen.
De heer BRINKERHOE zegt, dat ook de Veroeniging
11 Ginneken-Vooruit welke toch ook werkzaam is in
het belang van Ginneken, het met spreker eens is.
Vragen 12. Door den heer OOMEN zijn de navolgende
van den schriftelijke vragen gesteld:
heer Oomen,
Is het Burg en Weth bekend, dat Jac.
Huybrgts-Bastiaangen te Bavel een gebouw laat
oprichten vast tegen de grens en eigendom van
11 hot Burg,Armbestuur van Bavel?
Is het U bekend of Huybregts ontheffing is ver-
leend van hot bekende artikel der bouwverordening
der gemeente Ginneken en Bavel?
Zoo ja, mag ik dan aran Uw College vernemen op
welke gronden deze ontheffing is verleend?
Strookt zoo'n betonnen kistje met de bebouwing
van de naaète omgeving? Is door de schoonheids
11 commissie daar een advies over uitgebracht?
De VOORZITTER doet voorlezing van de vragen.
De VOORZITTER zegt, dat deze brief is behandeld in
de vergadering van Burgemeester en Wethouders. Aan
spreker is verzocht ter plaatse te gaan zien. Hij kan
den heer Oomen mededeelen, dat geen ontheffing behoef';
te worden verleend. Hij vraagt den heer Oomen, welk
artikel der bouwverordening is bedoeld.
De heer OOMEN is van meening, dat dergelijke g
houwen op een afstand van vier meter van de grens van
hot perceel moeten worden gebouwd. De gebouwen moeten
toch acht meter van elkaar staan.
De heer BRINKERHOE zegt, dat het een bijgebouwtj
betreft.
Do