Verg» 29 Dec 1938, De VOORZITTER stelt voor over te gaan tot de behandeling van de verschillende begrootingen. De heer BRINKERHOF wenscht naar aanleiding van de begroo tingen algemeene beschouwingen te houden, waartoe de VOOR ZITTER gelegenheid £eeft. De heer BRIMERHOF zegt: Mijnheer de Voorzitter. Het wereldgebeuren sinds de vorige begrooting werd er niet rooskleuriger op. Heel Europa heeft in de grootste spanning geleefd, ook" voor Nederland zouden de gebeurtenissen van 191^ weer werkelijkheid worden en namen deze een veel ernstiger karakter voor het geheele land doch. in het bijzonder voor onze gemeente met zijn grens aan België. De "spanning week, doordat er een soort van overeenkomst werd bereikt. Ook nu weer hebben we tot ons leedwezen bij deze gedeel telijke mobilisatie moeten constateeren wat de eene mensch voor de andere- is. Het egoisme vierde hoogtij. Het zou echter Onjuist zijn alle ingezetenen hiervan te beschuldigen. Echter juist is het, dat het geld hier weer een groote rol vervulde. Men moet zich eens indenken, welke gevolgen dit yede zou hebben gebracht, wanneer er geen kentering zou zijn gekomen, In 191^, hoewel er toen onder het arbeidende deel.geen weelde heerschte, in 1938 was een groot deel van onze bevolking 'nog steeds het slachtoffer vandien wereldoorlog. Jaren aaneen hebben deze moeten leven van een larige steunuitkee- ring, bijgevolg geen enkele cent om iets te kunnen koopen. We hebben in de periode 191^1918 het allen aan de lijve gevoeld. En hoewel wij in een christelijk deel van Nederland wonen, blijkt dat christelijk geloof voor vele ingezetenen op zulke momenten geen bestaansrecht te bezitten. Meta zal het met mij eens moeten zijn,dat een belangrijke factor in de christelijke leer n.l, de naaste liefde in die periode totaal zoek was, wat ik ten zeerste betreur. Mijnheer de Voorzitter. Voorts wil ik trachten iets recht te zetten,wat niet alleen krom, doch onwaar is. Of dit trachten mijnerzijds sucdes zal hebben, moet ik afwach ten; veel hoop heb ik niet, gezien de houding van het meeren- deel der mede-Raadsleden in de vergaderingen aan den dag gelegd. Vrijwel is men er op uit mij het spreken in den Raai onmogelijk te maken, niet door kabaal of herrie te schoppen, tijdens mijn spreken, doch mijn naar voren gebrachte bezwa ren en eventueele daaraan verbonden voorstellen te. beti telen als propaganda en reclame maken. Nu is het in de wereld altijd nog zoo, dat als men propaganda of reclame maakt men iets wil aanbevelen of ingang te doen vinden. Deze propaganda of reclame kan men op verschillende wijze uitvoeren o.a. door het woord of do n: het schriftelijk te voeren b.v. door wagens met groote opschriften

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 365