366,
laten
■ken en
te
euzen en
Is werd
ïenschen
tieke
voeren
middel
eren,
van
dat de
komt
ver te
groote
heeft
Het groot
had niets
langen
men het
ent ten
uitge-
ng of op
maken
doch men
toe-
het
oende
oor deze
hrifte-
irdoor nie
eenzet-
ijds meen
en. Moge
e van
elanger.
naar
StaatP-
in wezen
roverer
en door
Raadzaal
ije wooi"1.
astoor
n. In
eer mal en
he-
an staand
R.K.,
Verg. 29 Dec 1938.
R.K. kringen democratisoh denkt en voelt.
Doch de verkiezingen komen in 't zicht; er wordt nu
reeds op de groote trom geslagen door de R.K. vakbeweging
in samenwerking met de R.K. Staatspartij.
Het volk wordt opgeroepen om te luisteren naar öa
pieksplinter nieuwe leuze van deze R.K. instanties, die
de naam draagt van: Naar de nieuwe gemeenschap
Mijnheer de Voorzitter. Het streven naar zoo'n gemeen
schap is bij ons een oud streven, vele doelstellingen in
deze Nieuwe leuze propageerden wij reeds vele jaren,
het is dus geen nieuw geluid. Nu wil ik hiermede niet
zeggen, dat in onze kringen het streven van de R.K. vak
beweging wordt afgekeurd, integepdeel wij juichen het
weer toe, maar wat baten mooie leuzen en woorden van R.K,
zijde, zoolang men deze verzuimt in een daad om te zetten?
Voor mij is het tot heden niet,anders geweest als het be
kende wiegelied: slaap, arbeider, slaap. Wat is er terecht
gekomen van al de mooie: woorden? Niéts en nog eens niets.
Het zal U, Mijnheer de Voorzitter en den Raad opge
vallen zijn, 4at een van onze Raadsleden sedert eenigen
tijd bij elke vergadering van den"Raad of bij een verga
dering van een commissie,-'verstek liet gaan. De eene
mensch is de aqdere.nietvan karakter verschilt de eene
met de-andere--zeer "veel, dat kunnen wij zelfs hier in
deze Raadszaal constateeren. Doch dit lid heeft niet kun
nen verkrpppen, dat men hier in deze Raad een deel van
onze ingezetenen in haar godsdienstige overtuiging noode-
loos heeft gekrenkt door het jubileumfeest van Onze Konin
gin op een Zondag te vieren. Ik heb deze grief met dit
lid aangevoeld, zelfs gewézen op den wensch van de Konin
gin om deze dag niet op een Zondag te vieren.
Het niet tegemoet komen aan dezen wensch en een
voorval, wat ik-, aanstonds zal mededeelen, heeft mij voor
yr" de vraag gesteld, is men in Roomsche kringen wel zoo./"
f Mijnheer de Voorzitter. Meermalen heb ik bij de
/^--/""J^^-^begrooting op hetzelfde aambeeld gehamerd, dezelfde klan-
- ken laten hoorën n.l, de samenwerking tusschen de verschil
lende groepen van raadsleden. Ik heb tot mijn spijt moeten
constateeren, dat er eer verwijdering dan toenadering te
bespeuren valt. Ook dit jaar gold de bestrijding niet
alleen die der S.D.A.P,neen, ook onderling gingen de
R.K, Raadsleden elkander bestttijden, ondanks alle moeie
leuzen van eenheid bij de verkiezingen. Bij deze bestrij
ding werd elk gemeentebelang tothal uitgeschakeld en gold
alleen het persoonlijke voor deze Raadsleden,
Ik behoef Blechts in herinnering te br engen hoe en
op welke wij,?e de Wethouder van openbare werken bestreden
werd hoé een mede Raadslid verdacht werd gemaakt, als
zou-deze corruptie hebben gepleegd, hoe men de ingezetenen
wijs wilde makèn, dat de gemeente slechts 5 Raadsleden
telt, die voor christen" moeten doorgaan. Zij immers
alleen wenschten het kruiB in de Raadzaal te zien. De vlie
ger ging er echter niet op, men had geen verstand van
vliegers maken. Mijnheer de Voorzitter, Dit was een zuivere
verkiezingmanoeuvre. De heeren beginnen bevreesd te worden
nu de tijd nadert, dat de ingezetenen geroepen worden hun
oerdeel over deze leden door middel van het stembiljet tot
uiting
v J >3j