m
s
Verg. 29 Deo, 19~5G.
uiting te brengen. Er moet toch wel iets .in hun binnensc-jj
omgaan om tot dergelijke middelen te. moeten overgaan.
Doch met al deze aneenigheid bijjven de gemeente-
v belangen geschaad, -
Hoe men dia belangen behartigt mocht onlangs nog
blijken bij het foorstel der tegelbestrating in Bavel,
waarbij de heer Oomen uitriep: er wordt met geld gesmeten
en dat een groepje menschen belasting moest betalen. Dat me
in de buitenwijken hoe eer hoe liever van Ginneken ver
lost zou zi'jp. Dit waren *eer woorden, waarmit het karaktei
van den hees Oomen sterk naar voren kwam,
Intussóhe'n is- gebleken, Mijnheer de Voorzitter, dat
de heer Oomen na zooveLe jaren"van Raadslid te zijn er niet
veel vanaf weet of bewust onwaar" is geweest.
Mijnheer de Voorzitter-nog meerdere gevallen van teger
.'werking zou ik kunnen..opsommen,.doch ik wil niet meer tijd
vragen. De hoop uitspieken,- dat hieraan een einde zou worde
,7:- ..gemaakt.,' laat. ik ook achterwege, men blijkt onverbeterlijk,
J7'Mijnheer de/Voorzitter. Onverkwikkelijke voorvallen
hebben zich hét-afgeloopen jaar tusschen U en mij voorge-
daan, incidenten,", die door mij niet werden uitgelokt en
waarvóór van Uw kant niet de minste., aanleiding bestond zoo
tegen mij te spreken. Toch meende U mij in het openbaar
te moeten beleedigeri, een beleediging, die door de geheele
*;r' pers wereldkundig is gemaakt. Ik heb die beleediging gedra-
gen met de wetenschap, dat ik onschuldig was hiervoor aan
leiding te hebben.gegeven. -Mocht ik mij door deze beleedi
ging hebben ljü'ten gaan, mijnheer de Voorzitter, dan bied ik
alsnog mijn verontschuldiging,
.Mijnheer de Voorzitter. Ook onze gemeente staat nog
''V/7V-'steeds voorigroóte uitgaven, die de werkloosheid en de
'huïpverleening vragen. Het werklooshetdvraagstuk is een
probleem,dat men in Nederland schijnbaar niet wenscht op
;j„-jV- te lossen. De te volgen weg door bij uitstak deskundige
- 7 mannen uit het IhVoV. en S.D.A.P, aangewezen, welke vervat
vr zijn in het BI an-• van Arbeid wil .men nog niet ten volle
volgen. Ik heb eens uit den mond'Van den-hèer Van Mierlo
Jj:\ gehoord. !,dat men hiervoor' zoo' n. grootsche propaganda voerdp'
In deze woorden lig£ voor een goed verstaander heel wat
M opgesloten. j .iU*
-v Voor de zittende rege,erdp|$sper.spneii zul left deze klanken ook
nipt vreemd klinken. Een" afspiegeling van dez.e anti democifi
tische handelwijze, al is „deze miniatuur, vindt men in or.zt
.•^.Gemeenteraad, Alles, wat .U'i'ft een- andere, niet gewilde hoek
iV.köint, reeds bij voorbaat veroordeeld. Het",'is echter eer
gelukkig verschijnsel, dat er onder de R.K. groote manaor
zijn, die er anders ober denken. Prof.Dr.J*A'.Veraart heo+'tl
in zijn boek Joden in Nederland een .andere klank doer
hooren. De redactie van het Dagblad van Nüord-Brabant
,is het hiermede wel niet. eens, maar verzuimt-!er wat anders
^tegenover te stellen. Het;:, vergaat deze redactie als zoor'-^&
V ^stuurlieden aan de wal,
Dooh met deze halstaxigheid zitten we nog steeds in
.Zórgen en niet het minst die persoonlijk het slachtoffer
zijn,"-Het aantal menschen, dat geholpen moet wórden, neem'
i