s
JO.
zou
i strek-
.s die
;n vele
it men
l laten.
>oie
.s daar
Len naar
:ig cm aan
.uisteren,
;h be-
rvoor
zeggen,
.et bij
;r eenig
:hter
een
ijks waxeb
;rd in
iburig
,d meer
>leegt
Le bende
.ng, Ik
Lo-Slowakye
,k ook
zelf-
jven. De
ven, zal
orden,
lor en
nu pro-
etten.
t men ook
ls bet
af zonder-
in bet
d; er is
1 de
de min-
en, die
ijn alle
op wijs
dat
is ge-
r gehand-
eer ver-
g voor
n de
eduurd»
inheer
Verg. 29 Dec 1958,
'371.
Mijnheer de Voorzitter. Ongeveer vanaifi mijn intrede in
den Raad heb ik op dit punt gewezen en meerdere malen tegen
de begrooting moeten stemmen, omreden ik hierin steeds
een onbillijkheid zag. Thans ben ik eenigszins voldaan,
doch nog niet tevreden. De meterhuren zullen moeten worden
a/geschaft;. afschrijving van deze toestellen zal van de
winst ^moe-ten geschieden; aansluitkosten moeten vervallen
en de boeten,die geheven worden, zullen met meer soepel
heid moeten worden toegepast. De meterhuren en de aan
sluitkosten zijn enkel een gevolg van de macht, machtsmis
bruik kan men direct niet zeggen, omreden het voordeel
weer aan de gemeenschap komt.. Stel'U eens voor, dat een
kruidenier betaling zou eischen voor het gebruik van zijn
weegschaal of eerst betalen voor de deur open maken en
dan later van die centen voor ieder wat ging koopen, dat
zou toch te gek zijn. een
Deze heffingen zijn dan ool£zuiver belasting object.
Nu zal men mij vertellen, dat ook die meters geld
kosten en steeds moeten 'worden onderhouden; dat het aan
fluiten ook tijd, dus geld kost. Dat is heet te ontkennen,
doch hoe doet men dat in een particuliere onderneming?
Men verhaalt het op het product, dat men aflevert en daar-
door me,t,. minder windt tevreden moet zij$.
Mijnheer de Voorzitter. Meermalen is er in dezen
Raad .'een' strijd gevoerd ever de subsidie aan het bijzonder
hooger onderwijs en waren 'toen enkele R.K. leden, die
deze post veel té hoog voorkwam^ Zrnj werden min of meer
v gehoofd .^oor hun geloofsgenooten, die meenden alles te
moeten "bmhen halen voor R.K... instellingen, wat er te
halen valt. Deze enkele Raadsleden namen een breed stand
punt in. Zij namen een standpunt in, mijnheer de Voorzitter;
zooals de 2de Kamer een standpunt in nam op 1 December
1938. Een standpunt vervat in het amendement Moller, dat
uitspraak deed, dat het niet verantwoord is gelden op de
begrooting toe te staan voor openbare Rijksscholen of
afdeelingen daarvan, die geheel overbodig zijn. Ook deze
school, al is het een bijzondere, is geheel overbodig. Ver
leden jaar zijn er nog al krenkende woorden bij monde van
den heer Braakhuis gebezigd en kwam tot uiting, dat het
opeenbaar onderwijs reeds te lang gibf gezaaid had. Er kwam
toen niet tot, uiting, wat dit gif inhield, doch dezer degen
kwam mij dit weer voor den geest en riep het lezen van een
bericht in het Dagblad van Noord-Brabant het in mij weer
wakker. In de zitting van het Kantongerecht stond een vader,
fabrikant te Breda, terecht, omdat hij zijn twee kinderen
uit protest twee dagen van de R.K, -:bijzond ere school had
thuis gehouden. Die vader kon niet goed verkroppen, dat men
o.a. Prins Willem van Oanje, Willen de Zwijger, aan de kaak
stelde.
Het was een onnoozel berichtje, weinig opvallend
geplaatst. Welk een loeiende storm zou zijn losgebroken,
wannéér deze R.K. bijzondere school eens een openbare
was 'geweest. De onderwijzer of onderwijzeres was op staande
voet, wegens revolutionaire gedachte ontslagen, Hier was
het een muis zonder staart, doch die vader werd geen straf
opgelegd en kon dus niet in beroep gaan, hiermede was de
kous af. Mijnheer de Voorzitter. Ook wij mogen deze gelden
0£