Verg 29 Dec 1958.
Voortzetting Te twee uur wordt de vergadering voortaf
vergadering,
zet.
Aanwezig waren dezelfde leden als des voor
middags, alsmede de heer Van 8wol.
De VOORZITTER zegt, dat de algemeene beschouwir
zijn "beëindigd. Hij stelt voor de verschillende be
groetingen achtereenvolgens te behandelen als volgt:
a, de begrooting van het grondbedrijf;
b, de begrooting van het waterbedrijf;
c, de begrooting van het electriciteitsbedrijf
d, de gemeente-begrooting.
Spreker stelt voor de begrooting te behandelen aan cU
hand van de memorie van antwoord op het algemeen verslag
naar aanleiding van het afdeelingsonderzoek. Wanneer een
der leden nog andere volgnummers wenscht te bespreken, ka
daartoe worden overgegaan.
De VOORZITTER brengtmdan in behandeling de
Begrooting van het grondbedrijf.
Deze begrooting wordt zonder beraadslagingen en
zonder stemming door den Raad vastgesteld, zooals ze
den Raad is aangeboden.
Hierna wordt in behandeling gebracht de
Begrooting van het waterbedrijf.
De heer BRAAKHUIS zegt geen bemerkingen te hebben
op de begrooting. Hij doet echter het voorstel van orde
om de volgnummers 9 en 10 van de agenda te behandelen
bij de betrekkelijke begrootingsposten. Dan zijn meteen
ook de verordeningen vastgesteld.
Hiertegen bestaat geen bezwaar.
De bezoldiging van het personeel van het water
en elctriciteitsbedrijf kan dan worden behandeld bij do
behandeling van de bedrijfsbegrootingen.
Volgnummer 1.
De heer KESSEL zegt, dat een minimum-afname van
50 M3 per jaar wordt berekend. Dit is voor spreker aan"
leiding geweest dit punt ter sprake te brengen. Hij weot
dat verschillende personen beneden dat tarief blijven.
Hij heeft daarom in overweging gegeven het water te
berekenen voor de af name. Burgemeester en Wethouders
v/ijzen op de volksgemdheid. Dat argument houdt geen
steek. Er zijn menschen, die goed water hebben, doch
verplicht