3&?| •ng voortgf is voor- beschouwir ende be ls volgt: ■ijf; len aan di in verslag .nneer een preken, ka de ingen en als ze te hebben van orde an del en jn meteen wat er- Ld bij do ime van eker aan- Hij weet jli jven. 3r te >uders geen doch jlicht Verg. 29 Dec 1958« verplicht worden tot aansluiting. Die menschen ge bruiken het wat-er, dat ze hebben. Het gaat niet om de volksgezondheid, maar om het bedrijf. De menschen zullen hun eigen water blijven gebruiken. Spreker stelt voor denrwaterprijs per verbruikte eenheid te bepalen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders geen reden hebben hun voorstel te wijzigen. Het gaat wel degelijk om de volksgezondheid. Putwater kan goed zijn, doe# wapneer het algemeen slecht is, dan is het plicht van de overheid, dat voor aansluiting gezorgd wordt. Er is veel water, dat schadelijk is voor de gezondheid. De heer KESSEL zegt, dat het ander water ook goed kan zijn. Wanneer een minimumverbruil in rekening wordt gebracht, moet worden betaald voor anderen. Dat is niet in orde. Spreker geeft Burgemeester en Wet houders in overweging dit nader te zullen bezien. De heer BRINKERHOF zegt, dat de bedoeling van den heer Kefesel wel fijn is. Het is zijn bedoeling behoef- tigen te helpen. Het vastrecht is wel te hoog. Het aantal kubieke meters is eer te klein dan te groot. Spreker acht het beter het vastrecht te verminderen, *De post blijft ongewijzigd. Volgnummer 2, De heer BRINKERHOF wil de aansluitkosten er af hebben. Men moét "blij zijn, wanneer iemand aansluit. Waarom moet f.1.- extra worden betaald? Spreker vindt dit ook niet koopmanschappelijk. Hij doet het voorstel de aansluitkosten te laten vervallen. De VOORZITTER zegt, dat met eventueele moeilijk heden rekening zal worden gehouden. Wanneer iemand be zwaarlijk dié aansluitkosten kan betalen, zal worden getracht daarin op andere wijze te voorzien. De heer BRINKERHOF zegt, dat zijn bezwaar voor iedereen geldt.. Hij handhaaft zijn voorstel, dat on dersteund wordt door den heer Faes. De heer KESSEL Vraagt, wat de heer Brinkerhof be doelt met aansluitkosten. Voor nieuwe woningen behoeven toch geen aansluitkosten te worden betaald. Spreker meent, dat daartoe het vorig jaar is besloten. De heer VAN MIERLO gelooft, dat een misverstand is ontstaan ten aanzien van de aansluitkasten. Het gaat over extra—werkzaamheden, welke moeten worden verricht. Wanneerde leidingen zijn gelegd, moet op een gegeven oogenblik de aansluiting nog geschieden. Hiervoor moet ■een beambte naar de desbetreffende woning. Ddie kosten moeten niet over het geheel worden betaald, wijl het hier een belang betreft voor bepaalde personen. Er is ook geen uitzondering gemaakt voor nieuwe woningen. De heer STRUIJS zegt, dat, hoewel hij steeds be zwaar heeft gehad tegen# het betalen van aansluitkosten, hij zich thans wel met den post kan vereenigen, nu hem bekend is, dat de minstdraagkrachtigen die kosten niet behoeven te betalen. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 383