Verg 29 Deo 1938.
v
als de geneesheeren in onze gemeente voor Tee hands
ling en middelen te samen ontvangen.
De Raad zal mij moeten toegeven, dat hierin en.
ernstig gevaar kan ontstaan, zooals Dr. Wijnbrans
reeds aan Burgemeester en Wethouders schreef:', geen
waarborg kan geven voor een goede behandeling. Eij
zal zich nu Roeten uitspreken of hij accoord gaat
met Burgemeester en Wethouders, dus laten zoo als he'
is, met de gevolgen van dien, of hij zal het besluit'
moeten nemen Burgemeester en Wethouders op te dragen
deze kwestie binnen den kotst mogelijken tijd met de
geneesheeren op te lossen.
Mijnheer de Voorzitter. Ik meen mij door deze
uiteenzetting van dp waarheid in een ander daglicht
gesteld te hebben, als waarin U mij op 28 November
1938 hebt doen stellen.
De VOORZITTER wil den heer Brinkerhof in eerste
instantie antwoorden op hetgeen door hem is gezegd.
Het stuk, dat de heer Brinkerhof heeft voorgelsen,
moet onmiddellijk in twee-deelen worden gesplitst.
Mét het'tweede deel is ppreker het volkomen eens.
Reorganisatie moet er komen. Het eerste deel wil
spreker beantwoorden. Spreker wil zich alleen bepaler
tot de nuchtere feiten. Voor het overige haalt spre-
ker zijn schouders op om hetgeen de heer Brinkerhof
•"heeft gezegd. De heer Brinkerhof heeft in de vorige
Raadsvergadering gevraagd of het spreker bekend was,
dat twee doktoren ontslag hadden gevraagd» Sprekei
heeft daarop ja geantwoord. Verder heeft de hee.'
Brinkerhof toen gevraagd óf spreker de reden wist
van het ontslag, waarop door spreker neen n is
'geantwoord. Uit den brief, waarbij de.heer Wijnbratm
ontslag vroeg, bleek de reden niet. De heer Wijnbrav
hééft op. 15 September j.l. ontslag gevraagd, hetwe''.-;
hem op 21-Septembervj.1. met ingang van 1 Januari
1939 eervol is verleend. Spreker leest den brief vary
den heer Wijnbrans voor. Uit dien brief blijkt wel.
dat de heer Wijnbrans het risico niet langer meent
te kunnen dragen. Dat woord risico kan echte?
verschillende wijzen worden verstaan. Spreke? leest
ook voor de ontslagaanvrage van dsn peer ten Cate,
Deze 'heeft bericht, dat hij de factie niet meer kan
aannemen, omdat hij geen medicijnen mag leveren, het-
geen volgens de verordening verplichtend is, Het
risico, waarvan de heer. Wijnbranq spreekt, kan ook
op medicijnen slaan, Trouwens Dr. Bantjes was dezelf
de meening toegedaanj die weet oqk niet de juiste
reden van ontslag. De verdere correspondentie heeft
met 4e zaak als zoodanig» niets uit té staan, De
brief van Dr. Bantjes was informatorisch, zoodat de
Raad daarmee voorloopig niets te maken heeft. Deze
correspondentie is nog gaande; Dr. Santjes heeft
nóg steeds niets van zich laten hooren. Er is hier
een opgeschroefde zaak van gemaakt. Dat maken de
kranten er van. Er worden seneationeele koppen boven
geplaatst,