Verg ?9 Dec lo58. geplaatst, doch spreker kan zich daar niets van aan trekken» Het nuchtere feit is, dat door de heeren Wijnbrans en ten Cate ontslag is gevraagd van de armen praktijk, zonder dat daarvoor een "bepaalde reden is opgegeven, althans zonder dat is vermeld, dat dit was o& financieele redenen. De heer VAN MIERLO zegt, dat de brief van den heer Wijnbrans aan Burgemeester en Wethouders was ge richt naar aanleiding van een vraag van Dr. Santjes, Ten aanzien van het papiertje, waarop door den heer Brinkerhof zijn motie was geschreven en wat door hem een vod is' genoemd, hebben Burgemeester en Wethouders geen schuld. De uitvoering van de besluiten is bij den Burgemeester, doch deze heeft daaraan ook geen schuld. Wanneer de heer Brinkerhof niet vwenscht, dat vodjes aan den Raad worden vooggelegd, moet hij ook geen vod jes indienen. De heer VAN SWOL merkt op, dat noch de Voorzit ter noch de heer Van Mierlp de kern van de zaak raken. Ook aan spreker was een en ander bekend en ook hij heeft op reorganisatie aangedrongen. Spreker leest de betreffende passage uit de notulen voor. Het woord tf risico is maar op twee manipren nit te leggeni le voor de verzorging en 2e ten,aanzien van het honora riurn. De bedoeling is, dat de geneeskundige verzorging der armen niet gevaar mag loopen. Het cüoet er niet toe hoe Burgemeester en Wethouders er van kennis dragen, hetzij rechtstreeks, hetzij door den brief van den Inspecteur# Burgemeester en Wethouders schijnen niet aan te voelen, wat het zeggen wil, wanneer de genees kundige armenverzorging in gevaar komt. Spreker wijst er nogmaals op, dat deze aangelegenheid met den groot sten spoed moet worden behandeld. De VOORZITTER zegt, dat over het tweede gedeelte van de rede van den heer Brinkerhof het allen eens zij Reorganisatie moet er komen. Het gaat nu echter in eerste instantie over het antwoord, dat door spreker i gegeven op de vraag van den heer Brinkerhof om de oor zaak der ontslagaanvrage van de heeren Wijnbrans en ten Catei Spreker zegt nogmaals, dat zijn antwoord vol komen juist is geweest. Hij heeft den Raad en den heer Brinkerhof absoluut niet onjuist ingelicht. Er was nis gezegd, dat het ontslag was aangevraagd om financieel- redenen. Wat er later is geschreven was bestemd voor den Inspecteur en niet meer ter zake doende. Het ont slag was aan de heeren Wijnbrans en ten Cate toen reel eervol verleend. Van die briefwisseling, welke bestemd was voor den Inspecteur", kan spreker geen mededeeling doen. Hij zegt verder, dat de reorganisatie van de geneeskundige armen-verzorging reeds lang de volle aandacht ]^eeft van Burgemeester en Wethouders. Overwon wordt een gemeentearts aan te stellen; dan wordt all- in orde gemaakt. Dat wordt hoog tijd. De heer BRINKERHOF zegt, dat het antwoord van Voorzitter gelijk is aan dat van 28 November j.l. Ook nu ontkent de Voorzitter nog, dat hem de reden van on" beken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 405