Verg 2t> Deo 1438» bekend was, Spreker heeft to.eji beleefd gevraagd of het Burgemeester en Wethouders bekend was, óa: het ontslag was gevraagd'om fihancieele redenen» Daarop had'spreker, geilen de brieven, welke teen aanwezig waren, een ander antwoord verwacht» Hetsdu^ onomstootelijk vast,- dat Burgemeester en Wethouder,; op 6 'November j.l. wisten, dat de honoreering te laag was. De Voorzitter heeft geantwoord in strijd met de waarheid. Zwart op wit én paars op wit ligt dit vastgelegd.' Daar protesteert spreker tegen. De Voorzitter |an de commissi'ö" .voor sociale zaken was van meening, dat deVoorzitter onbekend was met die brieven. Nu'heeft de Voórzitter zelf ge zegd, dat hij het wel wist. De motie was dus juist. :'i Wanneer de Voorzittpr een juist antwoord had gege ven, dan was deze sous&h en waren die kranten artikelen niet gekomen'en dan was spreker op 28 November j.l, niet in een verkeerd daglicht gesteld» Spreker voelt zich thans hiermede gerehabiliteerd» De VOORZITTER zegt, dat dit de vraag is. De heer BRINKERHOF is daar zeker van. De hee.r VAN MIERLO zegt, dat er een verordening is,- regelende de armenpraktijk. De geneesheeren zijn volkomen vrij om te bedanken. Sr zijn nog twee"geneesheeren over, wat voorloopig voldoende kan w-O-rd.eh geacht. Dr. WijnbranB had beter gedaan zich "-eerst tot Burgemeester en Wethouders te wenden met de mededeeling, dat hij niet langer op dien basis kon voortwerken, om daarna een beslissing te te nemen» Hij heeft dat echter niet gedaan. Uit ee.i brief van Dr,Bantjes blijkt ook, dat bij hem de beteekenis van het woord risico niet vaststond, Spreker is van meening, dat de Voorzitter formeel volkomen gelijk had met niet te antwoorden naar aanleiding van de nog loopende correspondentie me: Dr. Bantjës. Spreker vindt het dan ook onjuist, dat de doktoren, in het bijzonder dên dokter Wijn- brans, aan den heer Brinkerhof afschriften van brieven heeft verstrekt. Dit is de oorzaak van de herrie, welke is ontstaap. Het gevolg daarvan is, dat\nu spoedig een andere regeling zal moeten wor den getroffen. De Voorzitter heeft gezegd, dat den gemeentearts zou'worden.aangesteld. Er is echter nog V een andere mogelijkheid.- om de kwestie op te lossen namelijk die van verzekering. De heer BRINHERHQF handhaaft zijn standpunt, dat de Voorzittereri Burgemeester en Wethouders hem verkeerd hebben-ingelicht. De heer VAN MIERLO zegt, dat Burgemeester en Z'Wethouders geen sphuld treft. Een der Wethouders, de heer Van Gestel', -Was zelfs in die vergadering niet aanwezig; die staat er dus heelemaal buiten. Spreker zelf heeft zich die brieven, waarvan overigens ook geen mededeeling kan voorden gedaan, niet herin nerd. Spreker is ér van overtuigd, dat ook de Voor zitter volkomen juist en te goeder trouw heeft geantwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 406