Een grondwerker speelt er mee, doch de anderen
moeten er veer tobben. Het systeem is niet goed. Sp/n./or
geeft in overweging er met de rijkscontrolevre over
te spreken.
Je heer VU GESTEL zegt, dat de rijksoontiolbura
er zich niet mee bemoeiien; de inspecteur is de man-,
De VOORZITTER is van oordeel, dat de klachten
zouden kunnen besproken worden met den rijksinspecteur.
Volgnummer 287. STEUN AAN WERKLOOZEN»
De heer VAN SWOL wil met klem protesteeren, omdat
men de wer&oczm uit de steunregeling neemt en aldus,
degradeert tot paupers. Men doet dat zelfs, zonder dat
ze eenig bewijs krijgen. Men heeft recht op steun,
zoolang niet schriftelijk is medegedeeld, waarom men
is uitgesloten. Men wordt gestraft zonder opgave van
redenen. Verder zegt spreker, dat iemand buiten de
kerstgave is gevallen, omdat hij georganiseerd was.
las hij niet georganiseerd geweest, dan zou hij wel
een kerstgave hebben ontvangen. Doordat de meBBChen
worden gedegradeerd tot paupers, komen ze ook niét meer
voor de"spaarregeling in aanmerking. Spreker is het ook
niet eens in zake verstrekking van de B steun. Hij pro
testeert verder tegen de handelwijze van den Minister
in zake den extra-botertoeslag.
De heer BRINKERHOF moet er zijn spijt over be
tuigen, dat de Minèafcfer niet besloten heeft de gemeente
voor de steunverleening en in berband daarmede ook
voor de werkverschaffing in andere klassen in te ocU-. 6
Spreker hoopt, dat het College niet bereid zal worden
gevonden zich daarbij neer te leggen. Spreker hoopt
ook, dat de Raad niet met die beslissing accoord zal
gaan. Ie moeten met den Minister gaan praten. De Minu
ter van Binnenlandsche Zaken heeft gezegd, dat Breda
Ginncken één zijn in zake de klassificeering voor de
gemeentefondsbolasting. Sprekerstelt voor, dat Burge
meester en Wethouders met e.en deputatie uit den Raad
een onderhoud zullen hebben met den Minister.
De heer VAN GESTEL moet tot zijn spijt zeggen,
dat het onderhoud niets zal; uithalen. Het blijkt duide-v
lijk, dat er niets van komen zal. Het antwoord is nu
binnen een paar weken gekomen in afwijzenden zin. De
motieven van den heer Brinkerhof zijn niet steekhoudend.
Er zijn meerdere gemeenteneet verschillende klassen.
De gemeente Sloten is bij Amsterdam geboegd, doch is in
dezelfde klasse gebleven. Frincenhage is in de zevende
klas; Ginneken *in de «esde. Het onderhoud met den
Minister zal vruchteloos zijn.
De VOORZITTER zegt, dat men aan het Departement
een vasten regel heeft. Spreker is ook van meening, dat
een onderhoud niets zal uithalen.
De heer VAN SWOL merkt op, dat de rijksambtenarjn
te Ginneken ook in dezelfde klas zijn ingedeeld, als te
Breda. -