waaromtrent in Januari j.l, is gerappelleerd. Spreker heeft ook geregeld getelefoneerd met het Ministerie, doe] er werd geen antwoord ontvangen. De vorige week ie spre ker zelf op het Ministerie geweest en toen bleek, dat de brief in het ongereede was geraakt. Spreker heeft daar- over zijn ontstemming te kennen gegeven. Den volgenden dag heeft spreker den inspecteur der werkverschaffing, den heer Van Buitenen, opgebeld en hij heeft -&em gevraagi of er nog kans was, dat het verzoek zou kunnen worden be handeld in de op 23 Februari j.l. te 1s-Hertogenbosch ge - houden vergadering. Alle stukken zijn opgezonden aan den inspecteur. Dinsdagmorgen, 22 Februari j.l., is spreker met den heer Muis naar Rucphen geweest en toen is de zaa nog met den inspecteur besproken. Op 25 Februari j.l. is een brief, gedagteekend 2^ Februari j.l. ontvangen. Spre ker doet voorlezing van dien brief. Het spijt spreker zeer, dat de heer Foeken niet in de vergadering is. Spre ker heeft feem mededeeling gedaan van een brief, omdat de heer Foeken voorzitter is van de desbetreffende Raadscom missie. Spreker heeft den heer Foeken gevraagd of het^ niet beter zou zijn den brief door te zenden naar de commissie en om een begrooting te-laten maken door de Heidemaatschappij. Spreker zou zeggen, laat het werk gewoon aanbesteden. Al kan het niet door werkloozen wordi gedaan, dan maar door anderen. We moeten de menschen toe! aan het werk helpen. Spreker zou willen voorstellen den brief in handen te geven van de commissie. De heer BRINKERHOF zegt, dat het antwoord van den heet Van Buitenen hem niet verwonderd. Spreker meent, dat die als oud-wethoudermin Breda niet mee wil werken. Hij voelt meer voor Breda dan voor Ginneken. Het gaat om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 421