De VOORZITTER zegt, dat het zwembad niet zooveel behoeft
te kosten. We kunnen een begrooting maken. Wanneer het allei
gaat om te zwemmen, dan behoeft het niet zoo duur te zijn.
Aan het Ministerie is ook gezegd, dat het niet gaat in eigei
exploitatie. De gemeenten komen hoe langer hoe meer onder
rijkscontrole en het rijk wil niet met al die tekorten zit
ten.
De heer VAN GESTEL zegt, dat juist zijn bezwaar is, dat
de kosten te hoog zijn geraamd. De begrooting is gemaakt op
f. 92000.-. Het grootste deel der kosten moet werkloon z|(t]h
De heer 3AVENIJE acht het beste, dat de zaak weer naar
de commissie gaat en te trachten tot een eenvoudig zwembad
te komen. Er komt echter veel meer kijken dan grondwerk.
Men denke slechts aan watervoorziening en nog veel meer. We
moeten meer gegevens hebben. Er kan misschien een plan wordi
ontworpen, dat wel goedgevonden wordt.
De heer ROPS constateert, dat we n<bg niet ver gevorderi
zijn. Spreker vraagt, wat er met den grond moet gebeuren.
De landerijen moeten nog gemest worden. Wat moet daarmee
v
gebeuren? Spreker heeft gehoord, dat de heer Schiefelbusch
den grond niet meer verhuurd. De heer Smeekens heeft ook
niet meer gehuurd. Dit is weer een struikelblokje.
De VOORZITTER zegt, dat we nu niet kunnen besluiten
den grond aan te koopen.
De heer VAN GESTEL merkt op, dat we ook rekening moetei
houden met het uitbreidingsplan.
De VOORZITTER zegt, dat de zaak opnieuw bekeken moet
worden. Spreker zal het met den heet Foeken bespreken om te
komen tot een vergadering met de commissie.
3. De
K