Verg. 30 April 1958.
250
De heer BRINKERHOF zegt, dat aan het slot der
notulen niet is vermeld zijn opmerking, dat door den
voorzitter van het burgerlijk armbestuur van Bavel,
den heer Oomen, het lóón van zijn knecht met f. 1,-
was verlaagd, die later voor f. 1.- versterkende mid
delen per week kreeg van dat burgerlijk armbestuur.
De heer VAN GILS merkt op, dat bij de behandeling
van punt 13 der agenda Verzoek om een bijdrage in de
kosten van een rechtsgeding genotuleerd op de blad
zijden 239, 2*4-0 en 2*4-1 der notulen, door hem is gewezer.
op het groot aantal onderteekenaars van het verzoek
schrift, hetgeen niet is vermeld.
Behoudens deze bemerkingen worden de notulen on
veranderd goedgekeurd en vastgesteld.
De heer KESSEL zegt, dat de stukken voor de pers
ter inzage liggen. Reeds te voren staan de prae-advie-
zen in de krant. Vroeger is hiertegen door den Raad
ook al bezwaar gemaakt.
De VOORZITTER antwoordt, dat de prae-adviezen aan
de pers worden toegezonden. Tegen openbaarmaking daar
van bestaat geen bezwaar.
De VOORZITTER brengt hierna in behandeling de
navolgende punten der agenda, waarvoor door Burgemees'
ter en Wethouders een prae-advies is uitgegeven op
26 April 1938.
Ingekomen 1. INGEKOMEN STUKKEN.
stukken.
De stukken, vermeld ónder letters a tot en
met e, g, h en j onder punt 1 van het prae-advies,
worden^voo.r kennisgeving aangenomen.
Verslag f. Verslag van de commissie van Toezicht op
Schoolcom- het lager onderwijs over 1937-
missie.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat het
eigenlijke verslag is achterwege gebleven. Er
blijkt uit het verslag, dat de commissie wenschen
heeft. De Raad wil weten, welke wenschen dat zijn.
Spreker wil er wel degelijk kennis van nemen.
De VOORZITTER antwoordt, dat, indien er geen
bemerkingen zijn, die ook niet gemaakt behoeven
te worden.
De heer VAN MIERLO zegt, dat het verslag
wijst naar de bemerkingen van het vorig jaar. De
Raad heeft toen daarvan kennis kunnen nemen.
De heer BRINKERHOF zegt, dat er nog wenschen
zijn. Spreker, wil die kennen. H.ij is hier niet mee
tevreden. Hij wil kennis nemen van de wenschen.
De heer VAN SWOL zegt, dat de klachten wel_
niet zoo erg zullen zijn, anders zou de commissie
die wel hebben meegedeeld. jAan