Verg. 30 April 193S.
261
De heer BRINKERHOF zegt te kunnen antwoorden wel
een beetje te hebben gewerkt en dat was goed; maar de
heer Oomen heeft veel gewerkt, maar daar deugt niets
varn
Persoonlijk 15. De heer VAN SWCL zegt niet goed te
feit hebben verstaan, wat de heer Oomen
Van Swol. zoo straks gezegd heeft. De heer Oomen
heeft wel gezegd 11 kerel, hou je bek 11
en gesproken over de Kwatta. Spreker wil, dat de heer
Oomen eerst zal herhalen, wat hij gezegd heeft.
De VOORZITTER zegt niet gehoord te hebben, wat
de heer Van Swol opmerkt. Spreker vraagt of de heer
Oomen wil antwoorden.
De heer OOMEN zegt daarop niet te antwoorden.
De heer VAN SWOL zegt, dat de heer Oomen dan
een lafaard is. Die durft zijn woord niet gestand
te doen. Spreker herhaalt, dat de heer Oomen een
lafaard is, hetgeen de heer BRINKERHOF onderschrijft.
De heer Van Swcl zou het op prijs stellen, dat een
commissie zou worden benoemd cm een onderzoek in te
stellen naar de insinuatie van den heer Oomen met be
trekking van sprekers verhouding tot de Kwattafabriek.
De heer BRAAKHUIS wil als voorzitter van de R.K.
Raadsfractie iets zeggen. De heer Van Swol is in zijn
volste recht, wanneer hij opkomt tegen het verwijt
van den heer Oomen. Wanneer de heer Oomen zegt"Och
vent, hou je bek dan getuigt dat niet van beschaafd
heid. Spreker komt op tégen de prbvbceerende houding
van den heer Oomen. De heer Oomen heeft verder gezegd
Ga naar de Kwatta, dan kun je hoor en, wat voor kere
je bent De heer Van Swol heeft aan spreker zijn
ontslag op de Kwattafabrèeken medegedeeld. Spreker
heeft een onderzoek ingesteld bij de diractie van die
fabrieken, met wie spreker bekend is. Het onderzoek
heeft spreker aangetoond, dat de heer Van Swol vrij
uit; gaat. Spreker onderschrijft ten volle de bewering,
dat de heer Oomen een lafaard is.
Loon l6. De heer KESSEL zegt, dat in de vorige
werklieden. vergadering een adres is behandeld om
aan werklieden alsnog het te weinig
betaalde te vergoeden. Spreker begrijpt, dat het
moeilijk is voor Burgemeester en Wethouders met een
ander prae-advies te komen.
De VOORZITTER antwoordt, dat het al is uitbe
taal d.
De heer KESSEL merkt op, dat de Raad niet
daartoe besloten heeft.
De heer VAN MIERLO zegt, dat Burgemeester en
en Wethouders het loop. hebben te bepalen. Ze hebben
besloten het alsnog uit te betalen.
17. De