Verg. 30 Mei 1938.
268.
intense gevoelens op van dieper beteekenis.
Zijn niet juist zijdie inwendige gevoelens van
haat en afkeer koesteren ten opzichte van het
Kruisbeeld, onderm'ijners van het christelijk gezag,
De motieven, Mijnheer de Voorzitter, die het
College hier aanhalen, zijn niet sterk genoeg de
gevoelens te weer staan, die mij en anderen met
mij bezielen. En neem daar mm het voorstel var-
den heer Oomen over.
De heer BRINKERHOF brengt een woord van hulde
aan Burgemeester en Wethouders voor het prae-advies.
De heer FOEKEN zegt:
Mijnheer de Voorzitter. Gaarne sluit ik mij
aan bij de woorden van hulde-gebracht aan Uw
College door den heer Brinkerhof. De rustige en
vertrouwenwekkende toon en de bijzondere ernst,
welke Uw prae-advies kenmerken^ de moedige prin-
cipieele verklaring daarin afgelegd en het Hooge
standpunt daarbij ingenomen^ hébben mij zeer ge
troffen*
Ik zou het hierbij gaarne, gelaten hebben, ware
het niet, dat het betoog, zooeven door den heer
Kessel gehouden^ mij noodzaakt ook dezerzijds
een principieele verklaring af te leggen.
De heer KSS3EL kan niet met Uw prae-advies mee
gaan, hetgeen zijn goed recht is-. Echter zegt de
heer Kessel, dat er van andere zijde sterk tegen
het Kruis geageerd wordt.
Ik meen te moeten opmerken, dat dit zeker niet
van de protestanten gezegd kan worden. Voor ons,
protestanten, is het Kruis als teeken van minstens
evenveel beteekenis als voor de Roomsch Katholieke!
Het is immers een der meest markante oud-christelij
ke symbolen. Wij spreken ook van het dragen van one
kruis in den diep-ernstigen zin van de streep
halen door het ik Wij, denken daarbij aan Chris
tus strijd in Gethsemane niet mijn wil, Uw wil
geschiede n. De horizontale lijn spreekt van men-
schelijken wil, de verticale lijn van Gods wil.
Ehristus zelf staat met zijn lijden en volkomen
overgave in het snijpunt van de twee lijnen. Door
Hem is voor goed de strijd tusscher. menschelijken
en goddelijken wil uitgestreden. Daarom is ons
het Krui steeken als zoodanig genoeg, waar tegen
over de Roomsch Katholieken de vereering van het
Crucifix stellen.
.Doch ook de R.K. Kerk ziet daarin wel een ge
vaar-, getuige het Crucifix in de Karia-kapel der
St. Janskerk te Den Bosch, overigens verscholen
onder het stof, waaronder men in dichtvorm lezen