De benoemde heeft het evenmin be hoeven te doen. functionaris is voor drie maanden benoemd. Burge meester en Wethouders hebben toch ook niet de zekerheid, dat die zal voldoen. Spreker heeft geen bepaald persoon op het oog. Het is niet de bebdoeling, dat de gemeente een instel ling van weldadigheid wordt. De man zal voor zijn geld moeten werken. De Voorzitter heeft spreker niet kunnen overtuigen, vandaar dat spreker niet door het antwoord bevredigd is. De VOORZITTER zegt, dat, toen de eerste contro leur hier kwam, de toestand anders was. Toen had hetscontroleur schap nog niet de beteekenis van nu. De keus is toen gevallen op dien timmerman. Zoo is gebleken, dat het een hoogstaande controleur is. Het is met den eersten controleur bijzondek meege vallen. De heer VAR SWOL zegt, dat de Raad er wel mee te maken heeft, hoe benoemd wordt. Gelijke monniken, gelijke kappen. Spreker wil wel' mededeelen, dat hij ook een van die vijf sollicitanten is. Toen spre ker hier kwam, heeft de Voorzitter gezegd: U weet wel, dat hier eerst examen moet worden gedaan. De ■benoemde weet van het sociale leven niets af. Dat is 'juist de reden, dat de eerste controleur zoo goed is. Die weet veel van het sociale leven. Er is hier een tusschen geschoven. Geen van de beamb ten op het btiweau voor sociale' zaken hebben hier examen behoeven te doen./Het examen was buitenge woon 'eenzijdig. Mondeling is niets gevraagd. Spre ker staat aan de zijde van den heer Brinkerhof, wanneer die zegt, dat het niet goed is, wanneer die man nog^ bi jbetrekkingen heeft. De Voorzitter heeft den' benoemde beloofd, dat die in vasten dienst zou komen. Er is een circulaire van den Minister, dat een benoeming in vasten dienst niet geoorloofd is. ,0e VOORZ.ITTER herinnert zich, dat de heer Van Swol een keer bij hem is geweest. Hij herinnert zich echter niet, dat hij zou gezegd hebben, wat de heer Van Swol heeft medegedeeld. De heer VAH GESTEL zegt, dat, toen de can- didaten in de vergadering van Burgemeester en Wet houders zïjn geweest, tot hen gezegd is, dat allen examen moeten doen. De heer VAN SWOL wil nog opmerken, dat omtrent verschillende sollicitanten inlichtingen zijn in gewonnen bij. hun werkgevers. Dat is in dezen tijd gevaarlijk voor hen. De 'neer FAES zegt, dat, toen hij hier in den Raad kwam, 'hij den eed. of belofte heeft afgelegd, dat hij de belangen der gemeente zou voorstaan. Dat geldt ook voor anderen. Deze benoeming gaat spreker zeer ter harte. Vroeger konden de Ginnekenaren ver boven de Bredanaars gaan. De Ginnekenaren kunnen nu niets meer. Voor ambtenaren zijn ze niet ge schikt. Hier zijn echter menschen met even goede capaciteiten als in Breda, De 7erg. 30 klei 1933, 278.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 278