Verg. 30 Juni 1938,
290.
stelt voor dit punt aan te houden, opdat de le
den van den Raad een beter inzicht in de zaak
kunnen kri j gen.
De VOORZITTER is van meening, dat het alles
zins gewenscht is het huis af te breken. De finan
cieel e kant is door Burgemeester en Wethouders we]
degelijk onddr het oog gezien. Was het een huis
met e enige, pretentie dan was het wat anders.
De heer BRIHKERHOF rneent, dat het voorstel
kan worden aangehouden* Er is ook geen haast bij.
De VOORZITTER zegt, dat er wel degelijk
haast bij is. Verschillende ruiten zijn al stuk
gegoöidi Het pand verkeert in zoodanigen toestand,
dat behoorlijk hefcstel bezwaarlijk dal zijn* Het
is noodig, dat het pand verdwijnt. Het is veel
beter, dat in de straat wat ruimte komt.
De heer SAVENIJE zou het ook beter hebben ge
vonden, wanneer de bouwcommissie ware gehoord.
Voor vele Raadsleden is het niet mog;elijk geweest
zich van den toestand te overtuigen. Het komt
spreker voor, indien het besluit niet dringend
wordt vereischt, hot voorstel aan te houden.
De VOORZITTER is van oordeel, dat het zaak is
het huis zoo gauw mogelijk af te breken.
De heer VAK GESTEL zegt, dat het plotselinge
voorstel is gekomen, doordat de inschrijvingen
voor het aanbrengen van een hekwerk op het ter
rein van de voormalige school waren ingekomen.
Daarbij was ook, inbegrepen, een gedeeltelijk her
stel van de woning. Toen is de vraag gesteld,
hoeveel kosten zijn daarbij inbegrepen voor het
herstel der woning en hoeveel zullen de kosten
bedragen, wanneer de woning ook verder en inwendi
wordt hersteld. Toen bleek, dat de kosten zoo
hoog waren, dat de eerste 7 8 jaren geen voor
deel zou worden verkregen. Het huis bedBBft de
speelplaats en de speelplaats bederft het huis.
Het is daarom, dat het voorstel is gedaan zonder
advies der bouwcommissie. Wanneer het punt wordt
aangehouden, zal met de inschrijvers moeten wor
den overeengekomen pf een nèeuwe inschrijving
worden geopend. Spreker heeft geen behoefte in_
deze aan een advies der bouwcommissie, doch hij
vindt het ook niet erg, vanneer het advies alsnog
zal worden ingewonnen.
De VOORZITTER zegt, dat, indien het de in
stemming heeft van den Raad, hij binnen veertien
dagen weer een Raadsvergadering zou willen hou
den. Hij zou dan willen'voorstellen in Augustus,
de vacantiemaand, geen vergadering te houden.
De volgende vergadering zou dan begin September
kunnen worden uitgeschreven.
De heer BRAAKHUIS merkt op, dat er een griet
van ie gemaakt, dat de bouwcommissie niet is ge
hoord. Spreker mekkt op, dat de heer Brinkerhof
heeft