1232 dat in de huizen behoorlijke kelders worden gebouwd* Afsoheld 11» De VOORZITTER zegt hierna; van de Alvorens deze openbare Vergadering te slui- leden. ten, de laatste vergadering, waarin enkele leden zitten, die niet meeraanwezig zullen zijn in de eerstvolgende vergadering, wil ik met een enkel hartelijk woord afscheid nemen van die heengaande ledenj De heer Van 3wol is niet aanwezig, anders zou ik ook tot hem een woord van afscheid richten. De.heer Rops, de Nestor van den Raad, die reeds zoo langen tijd met eere zitting had in deze vergadering en hoewel afkomstig uit Teteringen, zich geheel Ginnekenaar voelde, de heeren Ver daasdonk, Oomen en Van Opstal, geboren Ginnekenaren, die als. zoodanig volkomen op de hoogte waren van de verlangens en de nooden van de ingezetenen. Mijne heeren, ik zie U noode heengaan uit dezen Raad, steeds heb ik een groot respect &ehad voor Uwe toewijding en de oprechtheid, waarmede Gij de aan U toevertrouwde belangen wist te behartigen. En al werd ook U de kritiek niet gespaard, kritiek dikwijls voortspruitende uit verschil, in politieke opvat- tingen, steeds hebt Gij allen het beste gegeven, wat in U was en steeds heb ik een groote vereering gehad voor Uwe meening, die ik kende als voortkomende uit een door en door rechtschapen gemoed. Ik dank U voor alles, wat Gij voor deze gemeente deed, in al die jaren, dat ik het voorrecht had U onder de Raadsleden te mogen tellen en, al zullen anderen Uwe plaatsen innemen, het zal voor een ieder moeilijk zijn, de gemeentebelangen te behartigen, zooals Gij het deedt. Ik neem dan afscheid'van U, en wensen U to© nog vele goede jaren van geluk en gezondheid, waarin Gij steeds met trots zult kunnen terugzien cp hetgeen Gij voor Uwe dierbare Gemeente deedt, en ik moge U tenslotte toe?;enschen, dat Gij nog lang getuigen zult mogen zijn van de ontwikke ling van Ginneken, zooals Gij die zaagt en zooals Gij die in Uw beste meening wenschtet» Ik dank U persoonlijk voor Uw aller vriendschap, waar van ik steeds ten volle overtuigd ben geweest. Deze- vriendschap alleen houdt hiermede niet op en ik beveel mij daarin bij voortduring aan. De heer OOMEN zegt vervolgens; Mijnheer do Voorzitter, Als oudste lid in zittingsjaren van dezen gemeente raad mag ik iüjnheer de Voorzitter, mijn hartelijken dank brongen voor Uwe vriendelijke en waardeerende woorden, aan mij ook als scheidend raadslid toegesproken. Mijnheer de Voorzitter, toen ik bij enkele pandidaatstelling in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 103