Vers,. 5 Hept Z9. Honderd zevende blad, 107 Openbar1© vergaae.ring van den Gemeenteraad op Dinsdag, 5 September 1939, des voormiddags elf ure. csao'iecf d Tegenwoordig al de leden van den Raad, te weten de heeren: H.J.-li-. .Kessel; H.J.' van Gestel, M.A. Diepstratefa; J.C. Faes; C,J. van Gils; J.D.F. Brinkerhof; A.P. Struijs; A.H. Vermeeren; U.A.P.H. van der Kleij; J.C.J.M, ïerwis- scha van Scheltinga; J.R. van Mierlo; N..J. Smit; Chr.G. Foeken; G.J. Braakhuis en J.G.Ph. Savenije. VOORZITTER: Jhre Mr. Th. E. Serraris. SECRETARIS: A.G, Bastiaansen, De VOORZITTER opent dé vergadering. i v'" '1 A ,'v" 7 •vV'/ f», c f 't's f* j1 De' VOORZITTER stelt voor over te gaan tot het afleggen van de eeden of de beloften, bedoeld in artikel 45 der Gemeentewet.. Door de heeren H.J.M. Kessel; H.J. van Gestel; M.A. Diepstraten; C.J„ van Gils; J.D.F. Brinkerhof; A.P. Struijs A.H. Vermeeren; ILA.P.H. van der Kleij; J.C.J.M. Terwis- scha van Scheltinga; J.R. Van Mierlo; Chr.G. Foeken; G.J, Braakhftis en J.G.Ph. Saven!je wordt eerst de bij art. 45 der Gemeentewet voorgeschreven zuiveringseed en daarna de bij hetzelfde artikel" voorgeschreven ambtseed afgelegd. Door de heeren J,G, .Faes en N.J, Smit wordt eerst de bij art, 45 der gemeentewet voorgeschreven verklaring en en belofte van zuivering eh daarna de bij datzelfde arti kel voorgeschreven ambtgbelofte afgelegd. De VOORZITTER '"zégt hierna: i .i: i Mijne heeren. Gij zijt thans beeedigd als Raads leden van deze gemeente en ik moge U allen hartelijk ge- lukwenschen met deze'benoeming, overtuigd als ik ben, dat Gij de belangen,'die aan "Uwe zorgen zullen worden toever trouwd, volgens Uw beste kunnen zult wille# behartigen. Mijne heeren. Het is een zeer ernstig-oogenblik, waar in ik tot U spreek. Sedert j.,1. Zondag 11,2<£> uur Engeland sedert j.,1.' Zondag 5 uur Frankrijk aan Duitschland den oorlog hebben verklaard, bevinden ook xvij ons in een toe stand, waarvan het einde en de ellende niet is te overzien. Tot het laat.ste óogenblik. hadden wij verwacht, dat geen oorlog zp'i'kc'men; wij kónden niet gelooven aan dien waanzin, Waarin ganse# Europa dreigt ten gronde te gaan en wij durfden zeggen' er komt geen oorlog! De feiten hebben helaas 'dat gezegde te niet gedaan en wij hebben oorlog. Doch niet hier: onze neutraliteit is van beide zijden gegarandeerd en wij kunnen die dus behouden, wanneer wij die neutraliteit strikt in acht nemen. Dat e, r ,- r\ r* Tfs** J' urn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 107