Verga 31 Qoto 1959, 117.
Wijziging 5, WIJZIGING- VM HST REGLEMENT VAN ORDE VOOR
Reglement DE .VERGADERING VAN DEN RAAD,
van orde
vergadering De VOORZITTER zegt-, dat de maatregel hem
Raad. stroef en weinig sympathiek lijkt,
De heer KESSEL had niet gedacht, dat het
College direct met het voorstel van den heer Brin-
kerhof accoord zou gaan/ Spreker heeft ook princl-
pieele bezwaren tegen het voorstel. Hier ligt het
systeem van centralisatie in opgeslcten, wat spreker
verderfelijk acht voor heel de maatschappij. Daar-
c'm is spreker tegen het voorstel,
De heer FOEKEN la eenigszins teleurgesteld door
de inleiding van den.Voorzitter. Spreker had niet
/gedacht, datverondersteld zou worden, dat het voor
stel tegen dèn Voorzitter of het College was ge
richt.Spreker vindt dit jammer, Het is voor de leden
van groot.belang te weten, dat de vergaderingen op
een vasten dag worden gehouden.Hij kan ook niet
inzien, dat hier van centralisatie kan worden gespro
ken. Wat den voorgé stelden dag betreft, die zal voor
het College wel de beste dag zijn. Spreker had liever
den Vrijdag gehad. Wanneer Dinsdags wordt vergaderd,
is deweek gebroken. Wanneer tegen Vrijdag geen
overwegende bezwaren bestaan, zou spreker liever
dien dag zien aangewezen,.
De VOORZITTER zegt^ niet te hebben willen te
kennen geven, dat er iets pijnlijks in zit. In het
algemeen vindt spreker den maatregel stroef. Spreker
heeft geen bezwaar een vasten dag te bepalen} hij is
steeds beschikbaar voor de gemeente. Hij meent, dat
het voorstel van den heer Brinkerhof is geweest ter
wille van den heer Foeken. Spreker heeft steeds met
den heer Foe ken rekening gehouden. Hij blijft er bij,
,:dat hij het niet prettig vindt en dat het voorstel
stroef en niet sympathiek is.
De heer SMIT zegt, dat het misschien mogelijk is
de kool en de geit te sparen en te bepalen, dat de
vergadering op een Vrijdag zal worden gehouden, zon
der te bepalen, dat het de laatste Vrijdag zal zijn.
De heer FOEKEN merkt op,, dat de heer Brinkerfeof
met hem niet over het voorstel had gesproken.
De heer VAN GESTEL zegt, dat de Vrijdag niet is
genomen, omdat het dan vergadering vaij.Burgemeester
en Wethouders is, welke dikwijls tot een uur duurt.
Verandering daarvan zou weer moeilijkheden brengen
ten aanzien van commissievergaderingen, vooral die
voor steun en werkverschaffingDie worden Donderdags
gehouden en het is niet mogelijk die te vervroegen.
Spreker hoopt, dat de heer Foeken met het voorstel
accoord zal kunnen gaan. Het voorstel van den heer
Smit vindt hij niet sympathiek.
De heer'BRINKERHOF verklaart zich met het voorstel
van Burgemeester en Wethouders tevreden, We weten dan
welken dag voor de Raadsvergaderingen is bestemd.
Spreker kan in het voorstel geen centralisatie zien
en