160.
Verge 22 Pee» 1959.,
in zouden
it go-
•eel zin
'f ender
i zijn
ising in
.en,
rinneken
Le voorbc-
ikto Be-
in uit
ir de
.et nemen,
wachten
;ten we
icn plan
:d wor-
.jn van
)nze go-
in de
Lambte-
5 ora een
3r nict
mtstaan,
;e tijden
ioor een
Veel is
irabtenaien
et ging
aren met
3ente
j aren net
ver-
3ef het
standig-
aeente
3dig tot
?e zichten
Ler oude
waar-
Ld kunnen
3onclusies
i opnieun
/an het
an. Deze
Partij 9
ids leden
aeg,
a over-
an werd
raak
ik van
Ik
l6l.
Ik moet hier echter een kantteckening maken en wel
deze, dat niet alle Raadsleden de gevoelens van de meer
derheid deelden; er waren er under hen, die oprecht voor
hun mcening uitkwamen en waarvoor èk zeer veel respect
heb, ondanks het verschil in principes0
Het is onze kleine fractie dan ook niet gemakkelijk
gemaakt door do meerderheid van den ouden Raad, waarvan
thans nog leden deel uitmakeno Hoe werden wij en vooral
ondergeteekende na een of ander betoog beschuldigd van
propaganda voeren0
'te hebben dit langs ons heen laten glijden in de over
tuiging, -dat wij het gemeentebelang er mede dienden.
Mijnheer de Voorzitter, tfij zuilen, gezien dc fló. -slag
van deze verkiezing, onze ingeslagen weg blijven volgen.
Overigens moet de uitslag van de verkiezing voor velen
toch wel een ontgoocheling zijn geweest en bracht toch
wel een teleurstelling voor de R,K. Staatspartij. Zij
toch zagen zich een Zutol ontnomen, die door een ge
mengde politieke partij werd ingenomen, waardoor
opnieuw een vrijzinnig democraat zijn intrede in de Raad
zaal deed en het niet R,K. deel tfct vier werd uitgebreid.
Ook deze vermeordering moge de R„K. meerderheid eenigs-
zins tot nadenken stemmen, wanneer gedurende de komende
vier jaren besluiten moeten wordon genomen.
Mijnheer dc Voorzitter. Samenwerking is in dezentijd meer
dan ooit geboden. Als Gemeentebestuur kunnen wij een deel
bijdragen ter.verdediging van onze ïïederlandschc vrijheid,
Van onze zijde kunt U hierop rekenen.
De annexatieplannen, waarover ik zooeven eenige
woorden w^dde, wordt in onze gemeente door een deeltje
van onze ingezetenen toegejuicht. Dit toejuichen vindt
groot.endeels plaatsdoordat deze mens o hen materieel achter
gesteld worden met die uit Breda .en zij. koesteren de
gedachte, dat, wanneer a|j eenmaal, tot Bréda zouden be
hoor en, ook de steun en"werkverschaffingsloonen met die
van Breda gelijkgesteld zullen worden,-
Gezien echter de pog ingen, die wij ondernamen bij het
Departement, ben ik van meening, dat deze hoop eon ij dele
zal blijken te zijn. Doch afgezien van deze veronderstel
ling, hopen w.ij dat ook deze menschoh, die noodgedwongen
hiervan gebruik moeten maken, ook in het maatschappelijk
arbeidscomplex zullen worden opgenomen, Wanneer deze
gedachten werkelijkheid zullen geworden zijn, dan heb ik
de overtuiging, dat ook zij reden tot dreigde zullen
bezitten, dat zij niet geannexeerd zijn geworden.
Mijnheer do Voorzitter, komende tot onze^gemeente-
begroot ing zou ik eenige wenschen en opmerkingén naar
voren willen brengen,.
In de eerste plaats wensch ik ook hier één compliment te
maken voor de keurige wijze, waarop thans de begrooting
is öaamgevat.
De toexvijding, die ambtenaren en het overige personeel
ook dit jaar aan den dag. legden, verdient alle lof; al
kan ik niet goedkeuren, dat de Vrouwelijke Vrijwillige
Hulp diensten verricht op het secretarie, feithans werk
zaamheden, die tot het secretarie behooren, waarvoor
mannelijke