l660
deel Nederlanders o: verdiend oen blaam- v. Voor
ambtenaren en werklieden, indlenst van on se gom eente,
geldt dit in de eeiste plaat-e' niet.- In mijn betoog,
mijnheer de Voorzitter', heeft U kunnen beluisteren, dat
de statistiek heeft uitgemaaktdat de koeten van levens
onderhoud met 5 cu moer prodon? gestegen iaook voor het
personeel in onaon gemeen", odi ent? t* Mijnheel do Voorzitter,
Dit bet eek ent vo'or hen 5 ï-rooont minder inkomen; tf&fc
op de lagere loonei: zwaarder drükt dan op de hoogero,
Het ligt dan ook op den weg van het Gemeentebestuur
deze mindere inkomsten ongedaan te maken. Vachten tot
de regeer.ug hot voorbeeld geeft, zou zeer nadeelig voor
het personeel zijne Hoe lang kan dit voorbeeld nog wel
uit blijven? Ik durf het antwoord hierop niet geven.
Mijjmheer de Voorzitten Er bestaat nog steeds een tijde
lijke 2^ prop ent- korting» laten dit ongedaan male en,
door,als b&nnen afaienbaron tijd de vakorganisaties met
dit verzoek komen hun dit verzoek in te willigen.
Mijnheer de Voorzitters Met vreugde Rebben wc kennis
genomen, dat 'onze begrooting sluitend is verkregen zopder
dat de-gemeentef jndsbulasming moest worden verhoogd, dat
zelfs de post onvoorziene uitgaven met f„ .£ÖOO<,« kon ver
hoogd worden., Dit geeft eon beeld van gezonde financieele
toestand en bewijst tevensdat we op het gebied van
sociale voorzieningen iets meer'kunnen doen.
Tevergeefs hoeft U in mijn betoog geluisterd naar
lofuitingen ten opzichte van het Ooilege van Burgemeester
en Wethouders. Op paedagog!a ohe gronden heb ik dit achter
wege gelaten. Er zijn groepen van menschep, die direct
over het paard zijn getild dn dan na veel moeite weer in
de gewensohte richting gaaru
Trouwens, mijnheer de Voorzitter, uit den toon en dei
geeft de muziek aan, waarop men spreekt, valt waardeering
en miskenning té beluisteren; laat dit voor-Burgemeester
en Wethouders de maatstaf zijn, hfte ik over het gepresteer
de Werk denk o c
Mijnheer de Vooraltter, Voordat ik eindig met mijn
algemeene beschouwingen, zou ik enkele woorden tot U wil
len richten.,
Volgens menschel ijk e berekening zal dit de laatste
begrooting zijn, die onder Uwe leiding, als Voorzitter
van den Raad, wordt behandeld. Dikwijle hebben wij ge
durende de vele jaren, die ik als Raadslid heb mogen be
leven, minder aangenaam tegenover elkaar gestaan, hetzij
dat dit door een misverstand-of om andere reden plaats
vond. Bulten deze raadzaal liet echter onze verhouding
niets te wonschon over, wat mij dan soms zoo vreemd aan
deed. Wat echter voorgevallen is, zal mijnerzijds ge
tracht worden te en.
Wij hebben 3n dezen-tijd meer dan ooit te voren
eendracht van nöödo, om te strijden voor onze Nederland-
sche vrijheid en die v-an onze gemeente Ginneken0 Dank U.
- De
- - - - v'è
,v b»v- -*r f' I,
i V J'-> ii. J. -J J it