Verg, 22_ Dcc*123.2*. 170,
Zoo,dit argument onzerzJjd* naar voren wordt gebracht,
dah wordt met oen gezicht van"wat denk je nu wel" de
opmerking gemaakt, dat de financi'èn immers nimmer een
motief voor annexatie kan zijn» En toch is dit zoo niet
het eenige dan zeker het voornaamste0
Tfelke motieven kan Breda hebboni
1. Gebrek aan voldoende bouwgrond? Dit kan het niet zijn,
Er is nog voldoende tot minstens het jaar" 2000e
2. de onmogelijkheid om naar behoor en haar bestuurstaak
te kunnen vervullen? 7/annoer Breda ten volle wil
meewerken daar, waar samenwerking met de buitenge
meenten is gebordon, dan kan zij naar behoor en haar
bestuurstaak vervullen, maar zoo zij op bepaalde
punten, zooals bij een behoorlijk^ waterafvoer en
bij de rioleering dit overleg niet zoekt, doch voor
geeft, dat do buitengemeenten deze .kosten niet kunner.
dragen, dan schiet zij tekort in haarbestuurstaak
en maakt zij een verkeerd gebruik van de haar toege-
kende bevoegdheid,, Dan tracht zij door weinig hoffe
lijke middelen een annexatie door te drijven en ik
vraag mij af, ligt het niet eerder op den weg van de
hoogere Overheidsorganen haar te diringen tot samen
werking aan de hand van dc daarvoor gegeven bepalin-
gen in de Gemeentewet, dan te grijpen naar ELcfc uiter
ste middels de grenswijziging,
3. Kan het zijn éen tekort schieten van de bestuurders
der buitengemeenten in de uitoefen> :;>g hunner bestuurt'
taak? De bestuurders der buitengemeenten zijn in alle
opzichten bereid tot samenwerking en ik geloof, wan
neer de vraag gesteld wordt van welke zij.de^ de moei
lijkheden meestentijds komen, de vraag stellen haar
beantwoorden is.
:«anneer de Voorzitter van de Katholieke Raads-
fraotie - volgens de Dagbladverslagen- - bij de behande
ling van de gemeentebogrooting 19^0 in de Bredaschen
Raad zegt, dat het blijven aandringen naar annexatie
een goed recht van Breda ie, dan staat daar tegenover,
dat het een even goed recht is van de buitengemeenten
om te blijven waken voor haar zelfstandigheid, Wenscht
men een grenswijziging tot stand te brengen tusschen
aanliggende gemeenten, dan dient zulks niet op eenzijdij
wijze te worden bezien. Hier is eenzelfde belang voor
beide partijen aan de orde, Zoo dan ook mocht blijken
bij de behandeling, dat de belangen van de ingezetenen
der te annexeeren gemeenten op ernstige wijze worden
geschaad, dan kan van een dergelijke grenswijziging
reeds om deze reden niets komen, zeker niet zoolang
op andere wijze met goeden wil een afdiende en betere
oplossing is te verkrijgen.
In deze flag en wordt zooveel gesproken en geda&n
voor de versterking van de Volkskracht. In ons kleine
Nederland zal men hebben de waken, dat niet onnoodig
behoorlijke gemeenten worden opgehoven ter wille van s#
groot ere gemeente, want juist tot behoud van een gezonw
volkskracht is noodig de instandhoudingevan het histo
risch gegroêidèc Centra waar woont een bevolking met
elgêS