niet zij tij
000,
tuuTStaak
e wil
ui t enge-
ren haar
aaide
roer en
loch voor-1
liet kunne:I
mrstaak
iar toege-
lig hof fe
rn en ik
?eg van de
Dt samen-
i bepalin-
fi<t uitor-
3tuurders
er bestuuis-
ijn in alle
loof, wail
ed de moei-
11 en haar
ke Raads-
e behande-
daschen
nexatie
egenover,
emeenten
Wenscht
usschen
>p eenzij dij
ang voor
blijken
ïge zet enen
s tr orden
ziging
zoolang
n betere
en geda&fl
as kleine
onnoodig
ille van ej
een gezond
het histo-
Iking met
eijgêfi
Verg. 22 Poe,1919. 171o
eigen aard en typisch volkekarakter, dienen niet te worden
opgeheven en te worden opgeslurpt- door .de grootstad. Voor
een aanmerkelijk deel ligt onze kracht in het behoud en
de versterking der zelfstandigheid van onze uit de histo
rie opgegroeide gemeenschappen,.
Ik denk hier niet op de eerste plaats aan deze ge
meente, hoewel,weliswaar niet ontkennend, dat een gedeelte
dezer plaats een eenigszins uitgesproken stadskarakter
heeft, toch aard en gebruiken der bevolking anders zijn
dan van de nabijgelegen stad Breda, m$ar ik wijs op de
gemeente Princenhage met zijn typisch dorpskarakter. Door
de opheffing dezer gemeente of een gedeelte daarvan wordt
de bevolking dier gemeente met zijn eigen dorpsche levens-
opvattingen opgenomen in het groot gehéél met alle gevol-
'.gen van dien en dit bet eek ent een verlies aan volkskracht,
y-Komt een eVentueele grenswijziging asn de orde, dan
zal dus niet alleen'het belang van'Breda op den voorgrond
dienen te staan, maar dan even goed nauwlettend behooren
te: worden toegezien op de belangen dér buitengemeenten
en hun ingeatenen, zoowel Van dié ingezetenen, die zullen
-y.- .overgaan als van hen, die achterblijven. Ernstig zal men
zi-ch de vraag hebben te stellen, öf het zoo maar aangaat,
v.y v;gemeenten, welke in staat zijn* naar behooren in alle
;9psichten voor zich zelf te zorgen, samen, te voegen met een
andere gemeente en daardoor wellicht te ^rijgen een groote
noodlijdende gemeente.
Zijdie juist willen zien en geheel onafhankelijk,
zonder voorop te stellen, dat het een goed recht van Breda
is en blijft om' naar uitbreiding der grenzen te streven,
deze kwestie bestudeeren, zullen al dadelijk tot de con
clusie komen bij het bezien der kaarten, dat Breda niet
in een dwangbuis leeft en zij zullen zich wel tweemaal
bedenken, gezien tot welke financieele gevolgen deze
annexatie zal voeren, alvorens de meening uit te spreken,
dat deze grenswijziging in het algemeen noodzakelijk moet
worden geacht.
De voorzitter van meergenoemde fractie heeft in den
Bredaschen Gemeenteraad een juist woord gesproken, toen
hij sprak van een vredelievende veroveringszucht maar
daarmede torpedeerde hij zijn eigen stellingen.
Immers iedere Zucht naar verovering op dit terrein
is uit den booze. tfij hooren het haast 'lederen dag en de
couranten staan ei? vol. van: de vraag' naar meer levens
ruimte geeft geen recht tot verovering.
Nu weet ik wel iedere vergelijking.-gaat mank, maar
tóöh vraag ik mij dikwijls af, wharom is binnen onze
landsgrenzen geoorloofd, wat, wanneer'het 'buiten onze
grenzen geschiedt, terecht als niet behoorlijk wordt
afgewezen.
De heer VAN GESTEL zegt, dat voor hem niet veel
te beantwoorden overblijft. Hij kan zich ten volle vereeni
gen met hetgeen door den Voorzitter en den heer Van Mierlo
is gezegd.
Spreker