0
1938 naar aanleiding van zijn algemeene oescnou ingen op de
gemeente-begrooting, dienst 1939» hem heeft gezegd, dat
hij nog een persoonlijk geval met hem te bespreken had.
Spreker kon maar niet begrijpen, wat dat zijn moest. Het
heeft hem een maand lang-bezig gehouden, totdat hij Ze ter
dag j.l. van die gedachte'werd verlost. Hij heeft toen
een onderhoud gehad met-den Burgemeester. Bij dit onder
houd is hem- echter- gebleken, dat het een aangelegenheid
was, welke hem niet alleen persoonlijk betrof, doch waar
bij nog zeven- andere personen betrokken zijn Het gaat w}.
hier over een schriftelijke klacht over den Burgemeester
inzake een verzekeringskwestie, indertijd door een acht
tal raadsleden ingediend, waaronder ook spreker. Thans
is hem echter duidelijk geworden, dat de Burgemeester
in deze onjuist behandeld is geworden. De Burgemeester
toch heeft hem medegedeeld, dat bij een gerechtelijke
uitspraak is komen vast te staan, dat door bedoelde raads
leden een-verkeerde conclusie is getrokken in deze verze
keringskwestie
Spreker zegt verder, dat de Burgemeester hem de vraag heeft
gesteld, of hij nog geloof stelt in'de Nederlandsche recht
spraak. Hierop heeft hij bevestigend geantwoord. En moet
nu uit de rechtelijke uitspraak worden geconcludeerd, dat
indertijd door de acht raadsleden onjuiste gegevens zijn
verstrekt aan den Commissaris der Koningin en 'den Minis
ter, dan moet dit worden hersteld. Spreker duldt zelf
geen onrecht en is een ander onrecht aangedaan, i.e. den
Burgemeester, dan moet hij worden gerehaUDLiteerd.
Spreker