Thans zit ik hier als Uw Voorzitter, misschien nog maar
voor korten tijd we weten niet, wat de annexatiekwestie
zal uitwerken, we weten niet hoe de Raad er in den loop
van dit jaar uit zal zien ik zit thans nog voor den
Raad, waarvan enkele leden mij hebben aangedaan, wat ik
heb moeten ondervinden
In het betrekkelijk dossier, wat hier voor mij liöt, tref
ik in de tweede plaats aan mijn uiteenzetting van de fei
ten, zooals ik ze op eereivoord neerschreef en ze steeds
nog onder eerewoord zou willen bevestigen en dan tref ik
ten slotte als apotheose aan een vonnis van de Rechtbank
te Breda d.d. 11 Mei 1937s waarvan de uitspraak meerderen
van U bekend zal zijn
Meerderen zeg ik, want enkelen hebben-mij verzekerd, dat
zij tevens niets wisten van een vrijsprekend vonnis, waar
in mij alle eeruerstel werd gedaan dit was hen niet
medegedeeld m.a.w. hun wetenschap ging niet verd.er, dan
tot het onderteekenen "op verzoek" van een stuk, waarvan
ze den woordelijken inhoud niet kenden, wel d.e strekking.
De Minister was op de hoogte, d.e Commissaris der Koningin
in deze Provincie was op de hoogte en niettegenstaande
dit werd mijn zoon, die zich toch immers aan nog groote-
re corruptie dan zijn Vader zou hebben schuldig gemaakt,
omdat hij direct voordeelen zou hebben eetrokken van in
correcte handelingen, benoemd tot Burgemeester van een
mooie Noordbra-antsche Gemeente hiermede had hij zijn
volledige rehabilitatie
Doch voor mij was hiermede de zaak niet uit en eenigen
tijd geleden besprak ik met mijn beide Wethouders deze
kwestie