Ver/?. 28 Feb 1939.
11
De heer BRINKERHOF stelt de vraag, of nog niet ee
st-uk is ingekomen n.l. een subsidie-aanvrage voor een
pon gestichte bewaarschool. Hij wijst hierbij op arti
kel 73 der Gemeentewet, waaruit blijkt, dat de Voor
zitter terstond de stukken ter tafel brengt, waar zij
behooren;
De VQORZITTER Antwoordt, dat dit stuk inderdaad
is ingekomen, doch op zoodanig tijdstip, dat het niet
meer op deze agenda kon worden vermeld.
Missive 2. MISSIVE VAN GEDEPUTEERDE STATEN DEZER
God.Staten PROVINCIE BETREFFENDE. DE GEMEENTE-BEGROO-
gem.begrooting TING, DIENST 1939.
dienst 1939.
Het- naar aanleiding ven deze missive
door Burgemeester en Wethouders overgelegde ontwerp
en tw oord wordt ongewijzigd en zonder stemming door den
Raad vastgesteld.
Wijzigingen 3. WIJZIGINGEN VAN DE BEGROOTINGEN
gemeente- DEZER GEMEENTEDIENST 1938 en 1939.
begrootingen
dienst 1938 en 19^9. De-heer HiRINKERHOF zegt, dat hem
uit 'het ontwerp-wijzigingsbesluit
voor den dienst 1939 is gebleken, dat bij Burgemeester
en Wethouders de bedoeling voorzit het typen der gezinS'
persoonskaarten bij wijze van werkverschaffing te
laten geschieden. Spreker moet hierbij bezwaar opperen.
Men kan niet alles in werkverschaffing laten uitvoeren.
Dit is geen werkverschaffingsobject. Het is een werk,
dat moet gebeuren en, daarom zou het spreker beter vin
den, dat het geschiedde volgens contractloon. Onder
verwijzing naar de jongste rede van H.M. de Koningin
vindt hij, dat men de menschen zooveel mogelijk moreel
910et opheffen en hen niet in werkverschaffing laten
werken alsdit gevoeglijk anders kan*
De VOORZITTER zegt, dat dit een ministrieel voor
schrift is en daarvan ook, de rijksbijdrage in deze kost
afhangt
De heer BRINKERHOF repliceert, dat dit voor hem
geen reden, is, om in werkverschaffing te laten werken
aan objecten, welke daar ten eenenmale niet voor in
a.anmerking-.'komenDon gaat men den verkeerden weg wp
en hij doet dan ook het voorstel Burgemeester en Wet
houders in overweging te geven bedoelden arbeid niet i:i
werkverschaffing te laten uitvoeren.
De heer •■■SAVENIJE zegt, dat bedoelde ministrieele
circülairè hem niet voldoende bekend is en vermoedelijk
aan „meerdere raadsleden niet, zoodat het niet aangaat
om zoo maar over het voorstel van den heer Brinkerhof
te