De heer FQEKEN antwoordt hierop, dat men hij ongunstig weer mag rekenen op een gemiddelde van 150 en hij mooi weer zullen er wel dagen zijn van meer dan 1000 baden. De heer VAN MIERLO zegt de noodzakelijkheid van de stich ting van een zwembad voor deze gemeente niet in te zien. Eovendien mag men de financieele zijde daarvan niet uit het oog verliezen. Een uitgave van plus minus f. 55OOO.- voor een zwembad met een jaarlijksch exploitatielast acht spreker in dezen tijd niet gemotiveerd. Ook is er geen enkel vaste basis dat de opzet in het rapport juist is. De heer FOEKEN zegt, dat de in het rapport vermelde cij fers zoo maar niet uit de lucht zijn gegrepen. Deze zijn ge toetst aan de praktijk elders. De opzet is integendeel zeer voorzichtig en aan den lagen kant. De commissie is er dan ook van overtuigd, dat de exploitatie geen financieel nadeel zal oplever en. De heer SAVENIJE zegt, dat er in de omgeving geen enkele badgelegenheid is, waar men zijn kinderen mee naar toe kan nemen. Na verschillende zwembaden te hebben bezocht, is spre ker voorstander geworden voor de oprichting van een badin richting. De heer KESSEL zegt, dat zijn standpunt inzake een zwem bad voldoende bekend is. Hij wil echter opmerken, dat de Raad nimmer heeft besloten te komen tot de oprichting van een zwem bad, zooals nu wordt voorgesteld. In plaats van een zwembad, waaraan Breda en Oosterhout niet zouden kunnen tippen, wordt nu voorgesteld een zwembadje, waar genoemde plaatsen ver overheen gaan. Verder is het spreker onverklaarbaar, hoe men in dezen tijd van geestelijke en moreele .herbewapening kan komen met een voorstel tot de oprichting van een zwembad; een gelegen heid te meer voor de tegenovergestelde richting. t 4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 208