De heer VAN GESTEL vindt het ook een ernstig bezwaar,
dat dit zwembad zoo dicht "bij de bosschen gelegen is.
De VOORZITTER is het met de heeren Kessel en Van Gestel
niet eens. Niets is beter dan zwemmen, ook uit moreel oog
punt.
De heer BRINKERHOF wijst er op, dat ook voor de werkloozei
een zwemgelegenheid onontbeerlijk is.
De heer FAES betoogt, dat sport, waaronder ook het zwemmen
hoogst noodig is. Hij wijst er op, dat vroeger, toen er niet
aan sport gedaan werd, de toestand ook moreel veel slechter
was.
De heer VAN GESTEL meent de woorden van den heer Faes
in twijfel te moeten trekken. In bosch, strand enz. gebeuren
nog vele ongerechtigheden.
De heer VAN SWOL is van meening, dat de overheid in deze
leiding moet nemen, dan zullen de ongerechtigheden wel worden
voorkomen. Spreker is er dan ook voor, dat de gemeente tot de
stichting van een zwembad besluit.
Hierna brengt de VOORZITTER het .voorstel van de commis
sie in stemming, hetwelk wordt aangenomen met acht tegen vijf
fP
stemmen, terwijl de heer Rops zich van medestemmen heeft
onthouden.
Voor stemden de heeren: Savenije; Brinkerhef; Foeken;
Van Opstal; Van Swol; Faes; Verdaasdonk en Struijs.
Tegen stemden de heeren: Van Gils;. Van Mierlo; Oomen;
Kessel en Van Gestel.
De VOORZITTER dankt den Raad voor deze beslissing.
De heer BRINKERHOF brengt een woord van dank aan den
Voorzitter der commissie voor het vele werk, dat hij in deze
verzet heeft.
De heer VAN OPSTAL onderschrijft deze woorden.
5. In