van den Voorzitter is alles in het werk gesteld om
rehabilitatie te verkrijgen. Door den heer Brihkerhof
is dat ook voorgesteld. Spreker voelt het aan, zooals het
door den Voorzitter wordt aangevoeld. Nu de Rechtbank
den Voorzitter in het gelijk heeft gesteld, behoort
rehabilitatie te volgen. Wanneer de heer Van Mierlo
zegt, dat de Raad niets met de zaak te maken heeft, dan
zegt spreker, dat de Raad er wel degelijk mee te maken
heeft. Waar het over het gemeentebeleid gaat, kan de
Raad niet ter zijde worden gesteld. De heer Van Mierlo
moet met bewijzen komen en anders als eerlijk man zeggen:
ik heb me vergist. De zaak zou uit moeten zijn. Voorloo-
pig laat spreker het hier bij
De VOORZITTER zegt, dat hem de zaak nog steeds hin
dert. Spreker dankt den heer Oomen, dat hij deze zaak
aansnijdt. Spreker heeft altijd geleerd, dat, als men
onrecht erkent, zich verheft. Hij zegt, dat de betrok
kenen zich hebben vergist. Hij verwacht ook, dat de be
trokkenen hun excuses, in welken vorm.ook, zullen aan
bieden. Het ging over zijn persoon, doch ook over zijfi
gezin. Wanneer het anders was geloopen, zou spreker
daarvan de consekwentie hebben aanvaard. Wanneer men
zegt, dat de zaak niet in den Raad thuis hoort, dan is
het spreker met den heer Oomen eens. Het ging over een
gemeentelijke aangelegenheid. De beschuldiging was
ernstig en spreker zou daarom graag rehabilitatie heb
ben. Het zal wel de laatste vergadering zijn van dezen
Raad en daarom zou spreker de zaak ook opgelost willen
zien. Deze Raad heeft het gedaan.
De heer STRUIJS merkt op, dat het onder den vorigen
Raad is voorgevallen.
De