Geh.verg. lA- Juli 19"39. om erhof ooals het| ïtbank rlo ftdan maken de Mierlo an zeggenij Voorloo- eds hin- e zaak men betrok- t de be en aan- er zijf) eker r men dan is een was ie heb- n dezen willen vorigen| De De heer FOEKEN zegt, dat het niet door den Raad is ge schied. Het is geschied door een groep Raadsleden. Overi gens is het spreker met den Voorzitter eens, wanneer die rehabilitatie vraagt. De heer BRAAKHUIS zegt niet van plan te zijn hier veel te zeggen. Het is geen zaak van den Raad maar van acht burgers met den Burgemeester. Spreker heeft indertijd toegezegd, dat een bespreking zou plaats hebben en dat handhaaft spreker. De voorbesprekingen hebben reeds plaats gehad. Spreker stelt zich voor in de volgende week een bespreking te hebben met den Burgemeester, indien daartoe gelegenheid bestaat. De VOORZITTER zegt, dat de heeren moeten weten, wat ze doen. Wanneer ze voldoende eerbied hebben voor een uitspraak van de rechterlijke macht, dan moeten ze daar rekening mee houden. De Raad heeft er wel degelijk mee te maken. Spreker acht het een goedkoope manier om er van af te komen. De heer BRAAKHUIS merkt op, dat hij heeft ge2egd de volgende week een bespreking met den Burgemeester te willen houden. De heer OOMEïï zegt, dat het is gebeurd tijdens zijn wethouderschap. Spreker blijft volhouden, dat het geen zuiver particuliere zaak betreft; ze ging den Burgemeester aan, maar ook Burgemeester en Wethouders. Spreker had verwacht, dat de heer Braakhuis deze zaak uiterlijk vandaag zou opgelost hebben. Is het misschien de bedoeling daarmee te wachten tot spreker weg is? Het komt spreker wel ver dacht voor, dat zoolang gewacht wordt, eer de zaak tot een einde wordt gebracht. Spreker zou niet graag gaan met zoo iets op zijn geweten. Het was de bedoeling van de acht den Burgemeester

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 220