Burgemeester te wippen. De heer BRAAKHUIS zegt heelemaal niet aan den heer Oomen te hebben gedacht. De bedoeling was niet den Burgemeester te wippen. De heer FOEKEEf merkt op, dat, indien de heer Braak huis de volgende week een bespreking met den Burgemees ter heeft, de zaak in de maand Augustus nogmaals in den Raad zou kunnen komen. De VOORZITTER antwoordt, dat men wel eens wat vacantie wil hebben. (j£i) De heer FQEKEN zegt, dat het dan weer in den nieuwen Raad moet komen, die er niets mee te maken heeft. De heer FAES zegt, dat het niet in den Raad thuis hoort. Laat die acht personen dat uitmaken met den Burgemeester. De VOORZITTER merkt op, dat men niet moet vergeten, dat onder die acht onderteekenaars de twee wethouders zijn. Het is een zaak, die spreker erg blijft hinderen; hij zag haar daarom ook gaarne uitgemaakt. fip De heer OOMEH zegt, dat hij er wel niets meer van zal hooren. Hij blijft er echter prijs op stellen te hooren, hoe deze aangelegenheid afloopt, temeer wijl hij destijds wethouder was. De heer KESSEL zegt, dat het geen uitgemaakte zaak is, dat de Raad er niets mee te maken heeft. De VOORZITTER merkt op, dat het gaat over de vraag of hier een onwaardige Voorzitter zit. De heer KESSEL is van oordeel, dat het wel degelijk een zaak is voor den Raad. Ieder der acht is verplicht te zeggen, of hij zijn geweten al dan niet bezwaard acht in deze. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 221