De zaak kan in den Raad niet worden benandeld.
De heer FAE3 begrijpt niet, waarom nu op dit
laatste uur in bijzijn van mensonen, die er niets
mee te maken hebben, die zaak moet worden uitgemaakt.
Spreker zegt niets met die smoesjes te maken te hebben
Ze hadden in 1933 moeten spreken. Ze hadden zes Jaar
geleden die zaak in het openbaar moeten behandelen.
We kunnen hier wel tot morgenochtend blijven zitten.
De VOORZITTER zegt, dat de heeren onrecht hebben
aangedaan; ze zijn verplicht dat te herstellen.
De heer FAES zegt, dat ze destijds hadden moeten
spreken. We hebben met die zaak niets te maken.
De VOORZITTER zegt, dat het een kwestie is voor
den Raad. Ze hebben hun klacht ingediend als Raads-
leden.
De heer VAN MIERLO is er van overtuigd geen on
recht te hebben gedaan. Spreker is er van overtuigd
te dezen aanzien geen enkele verantwoordelijkheid
scnuldig te zijn aan den Raad. Het is voor spreker
heel wat moeilijker zijn standpunt te handhaven, dan
dat hij zou zeggen zich vergist te hebben.
De heer FÖEKEN wil een motie stellen van den
volgenden inhoud:
J
De Raad der gemeente G-innekeö en Bavel in
zijn vergadering van 25 Augustus 1939;
van Oordeel, dat door een groep Raadsleden
ten onrechte beschuldigingen aan het adres van
den Burgemeester zijn ingediend bij den Minister
van Binnenlandscne Zaken;
keurt deze handeling af, stelt den Burgemees
ter volkomen in het gelijk en gaat over tot de
orde
- T
t
W C j.Kx *€L 1 5-
"t -j f,-p j"*j .ma r facht
j- v. •>--
f. 'j. c