is hij in dienst gekomen onder Directeur Sirks. Nu is
aan Wildschut op 1 Juli 1936 ontslag verleend, omdat zijn
gedrag reden tot ontevredenneid gaf. Spreker is eenter
van oordeel, dat het ontslag het gevolg is van intriges.
Wildscnut had tegen een maentig persoon, lid van de
Crisis Tucntreentspraak, proces-verhaal opgemaakt. Deze
zou wel zorgen, dat Wildscnut weggewerkt werd, wijl die
te lastig was. Spreker vindt het zeer jammer, dat Wild
scnut niet is benoemd, wijl op hem een blaam rust, welke
niet op hem mag rusten. Spreker stelt voor een commissie
te benoemen om dit geval te onderzoeken.
De VOORZITTER zegt, dat na het ontstaan der vaca
ture aanvankelijk was gedacht die niet aan te vullen. De
Rijksinspectie heeft echter op een benoeming aangedron-
gen en heeft gewild, dat er in deze gemeente twee orontro-
leurs zouden zijn. Toen is er een oproeping geplaatst.
Verschillende sollicitanten hebben zien aangemeld; de
menscnen waren te Jong. Toen is sollicitant Wildscnut
gekomen, die spreker tot het laatst de geschikte man
heeft gevonden. Er zijn goede informaties verkregen, maar
ook minder goede van zijn vroegeren chef. Daarom zijn
nadere inlichtingen gevraagd aan den heer Sirks. De in
lichtingen waren niet overeenkomstig de vroegere mede-
deelingen. Aan spreker is ook medegedeeld, dat Wildscnut
door andere machthebbers er uit moest. Het College is,
om de verstrekte inlichtingen, niet op Wildscnut inge-
gaan. Toen is Van Nieuwburg gekomen. Van Nieuwburg was
volgens den Rijksinspecteur van net hout, waaruit men
controleurs snijdt. Dit is door den Rijksinspecteur in
de vergadering van Burgemeester en Wethouders medegedeeld.
Dat hij lid zou zijn der N.S.B., daarvan is niets bekend.